Bulletineke Justitia
U bent hier:

Helpt of maakt het spreekrecht slachtoffers?

Sinds 1 juli 2016 kennen wij in Nederland een onbeperkt spreekrecht voor slachtoffers. Dit houdt in dat slachtoffers zich niet meer hoeven te beperken tot de gevolgen die zij hebben ondervonden als gevolg van het betreffende misdrijf, maar dat ze zich nu ook kunnen uitlaten over het bewijs, de straftoemeting en de wijze waarop het vooronderzoek is ingericht. Deze ontwikkeling past in de trend om de positie van het slachtoffer te verbeteren. Dit gebeurde eerder door de vordering benadeelde partij, recht op inzage in de processtukken en de schadevergoedingsmaatregel. Op het eerste gezicht lijkt het een mooi initiatief. Maar is het slachtoffer er wel echt zo mee geholpen? En hoe zit het met de verdachte, de rechter en het procesrecht in het algemeen?

Inleiding

Sinds 2005 is er voor slachtoffers in Nederland de mogelijkheid om te spreken over de gevolgen van het delict tijdens de terechtzitting. Dit is vastgelegd in artikel 51E van het Wetboek van Strafvordering. Het spreekrecht geldt voor misdrijven waar acht jaar of meer voor staat en een aantal specifiek genoemde misdrijven, zoals ernstige mishandeling en bedreiging. Het spreekrecht werd ingevoerd om een aantal doelen te bewerkstellen. Zo zou het ervoor moeten zorgen dat de rechter uit eerste hand kon vernemen welke gevolgen het slachtoffer had ervaren en hier beter rekening mee kon houden. Daarnaast zou het confronteren van de dader met het slachtoffer de kans op recidiveren verkleinen. Ook moest het ervoor zorgen dat het slachtoffer zich gehoord en erkend voelde en het zou een bijdrage leveren aan het herstel van de emotionele schade.[1]

Werking van het spreekrecht

Dit oorspronkelijke spreekrecht maakte het mogelijk dat het slachtoffer zich kon uitlaten over fysieke, emotionele en economisch geleden schade. Het was vooral bedoeld om het slachtoffer een mogelijkheid te bieden om ononderbroken en zonder ondervraging zijn verhaal te doen over de gevolgen die het misdrijf voor hem of haar persoonlijk heeft gehad. Als het slachtoffer buiten de grenzen ging was er voor de voorzitter de mogelijkheid om in te grijpen. Indien de verklaring vragen opriep bij de verdediging en de Officier van Justitie, dan mochten deze gesteld worden met tussenkomst van de voorzitter.[2] Als deze vragen betrekking hadden op de gevolgen voor het slachtoffer konden deze probleemloos gesteld worden. Het slachtoffer was niet verplicht deze vragen te beantwoorden. Dit was anders als het slachtoffer de grenzen had overschreven en hiermee belastend had verklaard. De verdachte kreeg dan namelijk de mogelijkheid om zijn ondervragingsrecht uit te oefenen en kon een verzoek indienen tot beëdiging van het slachtoffer als getuige. De rechter kon dit ook ambtshalve op grond van zijn verantwoordelijkheid voor de volledigheid van het onderzoek. Het slachtoffer moest vooraf gewezen worden op het risico om als getuige aangemerkt te worden.[3] In 2012 werd het spreekrecht uitgebreid, onder andere door meer betrokkene rond het slachtoffer spreekrecht toe te kennen. 29 oktober 2012 presenteerden de VVD en PvdA het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ met daarin onder andere belangrijke voorstellen over de positie van het slachtoffer.[4] Naar aanleiding hiervan werd door staatsecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) het wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden en uitbreiding van mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden werd ingediend. [5]

Aanleiding wetsvoorstel

Het doel van het wetsvoorstel was vooral tegemoetkomen aan de wens van slachtoffers. Vijf jaar na invoering van het spreekrecht vond er een evaluatie plaats. Hieruit kwam naar voren dat de meesten spreekgerechtigden over het algemeen tevreden waren, maar de inhoudelijke beperking als iets nadeligs ervaarden. Uit de evaluatie kwam de sterke wens naar voren om zich uit te laten over de strafmaat. Een deel van de spreekgerechtigden gaf aan door de beperkingen bij voorbaat afgezien te hebben van het spreekrecht. Een ander opvallend punt was dat er onbewust vaak over meer dan enkel de gevolgen gesproken werd en dat er meestal niet werd ingegrepen door een rechter. De rechter trad dus ruimhartiger op dan de wetgever. Rechters vonden het ongepast om het slachtoffer af te kappen of het kwaad was simpelweg al geschied. Niet alle rechters waren even soepel met de grenzen van het spreekrecht waardoor er een situatie van rechtsongelijkheid ontstond.[6]

Wetsvoorstel

Met het wetsvoorstel van staatsecretaris Teeven beoogde hij het spreekrecht uit te breiden door er een adviesrecht aan toe te voegen. De verdachte zou dan naast het spreekrecht gebruik kunnen maken van een adviesrecht. Dit zou het slachtoffer in staat stellen om zich uit te laten over de beslissingen die de rechter in de strafzaak moet nemen, zoals het bewijs van het feit, de schuld van de verdachte en de hoogte van de straf. Het slachtoffer zou tijdens de zitting gebruiken kunnen maken van zijn spreekrecht en zijn adviesrecht, maar is hier niet toe verplicht. Op deze manier krijgt het slachtoffer een grotere rol binnen het strafproces. Uit het advies dat de Raad voor Rechtspraak uitbracht over dit wetsvoorstel bleek dat zij weinig goeds zagen in de mogelijkheid van het adviesrecht. [7] Punten van kritiek waren onder andere dat de adviesfunctie zou leiden tot vergroting van de kans op secundaire victimisatie. De verklaring van het slachtoffer zou ertoe kunnen leiden dat hij als getuige ondervraagt wordt. Hierbij valt te denken aan de situatie waarin de verklaring over het bewijsmateriaal in het slachtofferadvies afwijkt van een eerder gedane verklaring. Ook zou het slachtoffer teleurgesteld kunnen worden als er weinig tot niets met zijn advies is gedaan. Daarnaast zou het nadelig zijn dat het slachtoffer op deze manier verandert in een procespartij, waardoor de nadruk minder zal liggen op zijn persoonlijke ervaring. Wel werd het door de Raad wenselijk geacht als het spreekrecht niet langer beperkt zou zijn tot de gevolgen, maar dat het slachtoffer in het vervolg ook kon spreken over daaraan gerelateerde onderwerpen voor zover het strafproces daardoor niet onnodig wordt belast. Dit, en de kritiek van andere partijen, brachten staatsecretaris Teeven ertoe om van het adviesrecht af te wijken. In juni 2015 werd er door hem een gewijzigd wetsvoorstel ingediend.[8] De mogelijkheid tot het geven van adviesrecht was geschrapt, wat overbleef was een uitgebreider spreekrecht. De bestaande belemmering is opgeheven en overeenkomstig de afspraak in het regeerakkoord zal er zo min mogelijk genormeerd worden. De mogelijkheid om als getuige aangemerkt te worden, wanneer er tijdens uitoefening van het spreekrecht belastend verklaard wordt, blijft gehandhaafd. Op 2 juni 2015 werd het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer, op 12 april 2016 in de Eerste Kamer.

Voor- en nadelen

   Vanuit de Rechtspraak

De Raad voor de Rechtspraak was na schrapping van het adviesrecht erg te spreken over het wetsvoorstel. De verwachtingen van slachtoffers zouden lager zijn, evenals de kans om opgeroepen te worden als getuigen ten opzichte van het adviesrecht. Ook Slachtofferhulp was erg enthousiast over de ontwikkeling. Volgens hen komt het slachtoffer op deze manier op een meer gelijk niveau met de verdachte, die zich immers ook over alles mag uitlaten. Zij zien het als iets positiefs dat het spreekrecht op deze manier van een gunst veranderd in een recht en dat het slachtoffer op deze manier niet langer afhankelijk van de rechter is.[9]

   Vanuit de politiek

In de kamer werd het voorstel overwegend positief ontvangen door CDA, PVDA, VVD en PVV. Het voorstel zou voorzien in behoeften van slachtoffers en nabestaanden, bijdragen aan genoegdoening en pijnlijke momenten in de rechtszaal voorkomen. Daarnaast zou het leidden tot meer inzicht bij het OM en de rechtbank over de ernst van de feit en omstandigheden. Ook zou het de daders meer bewust maken van het leed dat zij hebben aangericht. Toch waren er ook een aantal tegenstanders waaronder D66, SP en GroenLinks. Zij voerden als argument aan dat nergens uit is gebleken dat het spreekrecht een positief effect heeft bij de verwerking. Ook zou het de druk op het OM onnodig verhogen en een hevig geëmotioneerd slachtoffer zou de relatie tussen rechter en slachtoffer onder druk zetten.[10]

   Vanuit de advocatuur

Vooral vanuit de hoek van de advocaten kreeg het onbeperkt spreekrecht veel kritiek te verduren. De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten vreest dat het strafproces erdoor ontwricht zal raken.[11] Het strafproces draait immers om de verdachte en niet om het slachtoffer. De rol van het slachtoffer zal op deze manier veel plaats innemen binnen het proces. De verdachte zou hierdoor het gevoel kunnen krijgen dat hij zich vanaf nu tegenover twee partijen moet verdedigen, in plaats van enkel tegen het Openbaar Ministerie. Daarnaast gaat het strafproces over waarheidsvinding en berechting. Door het onbeperkt spreekrecht in te voeren zou het accent kunnen verschuiven naar rouwverwerking en herstel van het slachtoffer. Ook vrezen veel advocaten ervoor dat de rechter bevooroordeeld zal raken. De rechter hoeft in principe niks te doen met de verklaring van het slachtoffer. Toch kan niet worden uitgesloten dat dit onbewust toch gebeurd. Daarnaast zou het onbeperkt spreekrecht indruisen tegen het beginsel van onschuldpresumptie. Er wordt eerst uitgezocht of iemand als dader valt aan te merken voor er een uitspraak over de straf gedaan mag worden. Geldt dit dan niet ook voor slachtoffer? En hoe zeker weten we dat het slachtoffer ook echt slachtoffer is? Valse aangiftes vinden nog vaak genoeg plaats. Naast deze nadelige gevolgen voor de verdachte en het strafproces in het algemeen, vrezen de critici ook voor de gevolgen voor het slachtoffer. Het slachtoffer heeft meestal geen enkele juridische kennis over het bewijs en de bruikbaarheid ervan. Ook is het slachtoffer vaak niet op de hoogte van strafmaten. De uitspraken die hierover gedaan worden zullen dan ook vaak niet bruikbaar zijn voor een rechter. De kans is dan groot dat de rechter er vervolgens niets mee doet, wat zal leiden tot onvrede bij het slachtoffer. Daarnaast wordt het risico om ongewild van slachtoffer naar getuige te veranderen groter wanneer het slachtoffer zich uit zal laten over bewijsmateriaal.[12]

Conclusie

Al met al wordt er dus niet alleen maar positief tegen de kwestie aangekeken. Toch lijkt mij van belang om onze rechters niet te onderschatten. De rechter kent zijn taak om te zorgen voor concrete en zorgvuldige bejegening van het slachtoffer en de opdracht te handelen als een onpartijdige leider van het onderzoek. Het Nederlandse straf(proces)recht kent tenslotte al ruim tien jaar het spreekrecht en dat heeft nog nooit geleid tot spraakmakende gevallen van partijdigheid. Er zijn ook voldoende controlemechanismen ingebouwd om dit te voorkomen, zoals de motiveringsplicht en de mogelijkheid tot hoger beroep. Daarnaast lijkt het mij zaak om ervoor te zorgen dat het slachtoffer goed op de hoogte wordt gebracht van de risico’s en de beperkte invloed die zijn verklaring zal hebben. Hiermee kan veel van de voorspelde teleurstelling voorkomen worden. Tenslotte moeten we niet uit het oog verliezen dat het gaat om een spreek”recht”, geen plicht. Het slachtoffer kan de kans om als getuige aangemerkt te worden beperken door goede voorlichting van de advocaat of door zich simpelweg te beperken tot de gevolgen die het misdrijf voor hem hebben gehad. Op dit moment is het effect van het onbeperkt spreekrecht nog minimaal. De praktijk zal moeten uitwijzen welke van de partijen het bij het juiste eind had.

[1] Kamerstukken II 2001/02, 27632, nr. 4.

[2] A.K. de Graauw, ‘Spreekrecht ter zitting’, TREMA 2004, afl. 8, p. 346-356.

[3] Kamerstukken II 2014/15 , 34082, nr. 3 (MvT).

[4] Kamerstukken II 2012/13, 33410, nr. 15.

[5] Kamerstukken II 2014/15, 34082, nr. 1.

[6] Kamerstukken II 2015/16, 34082, E (MvA).

[7] Kamerstukken II 2014/15, 34082, nr. 3 (bijlage: advies Raad voor de rechtspraak)

[8] Kamerstukken II 2015/16, 34082, A.

[9] http://www.mr-online.nl/juridisch-nieuws/26917-strafadvocaten-zien-niks-in-onbeperkt-spreekrecht-slachtoffers.

[10]  https://www.eerstekamer.nl/nieuws/20160405/debat_over_uitbreiding_spreekrecht.

[11] A. de Roos, ‘Een onbeperkt (?) spreekrecht voor het slachtoffer’, JutD 2016/91, afl. 14, p.19-20.

[12] http://www.ankerenanker.nl/nieuws/archief/1729_opinie-van-der-goot-hoe-spreekrecht-leidt-tot-rotte-vis.

The post Helpt of maakt het spreekrecht slachtoffers? appeared first on Bulletineke Justitia.