Bulletineke Justitia
U bent hier:

De kunst van het pleiten

Wie voor het eerst in de oefenrechtbank de rol van advocaat op zich neemt, staat voor een moeilijke opgave. Een vlammend pleidooi geef je natuurlijk niet zomaar. Maar pleiten kan geleerd worden! Het houden van een pleidooi kent een aantal regels. Wie die regels beheerst, wordt een succesvolle pleiter. In dit artikel besteed ik aandacht aan de fijne kneepjes van het vak en leg ik uit wat het geheim is van een goed pleidooi. 

Waarom pleiten?

De uitspraak “spreken is zilver, zwijgen is goud” gaat zeker niet altijd op. Voor juristen is taal juist het belangrijkste gereedschap. Door het aanvoeren van alle relevante argumenten, een juiste woordkeuze en goede timing, kan dit gereedschap effectief worden ingezet. Het duidelijk en overtuigend kunnen overbrengen van een standpunt is niet alleen voor advocaten een onmisbare vaardigheid. Ook een bedrijfsjurist of officier van justitie zal zijn standpunt op een overtuigende wijze in woorden moeten kunnen gieten. Daarnaast zijn de Rota’s een verplicht onderdeel van de bachelor. Het is daarom niet verkeerd om vanaf het begin van de studie al te leren pleiten. Door te pleiten train je jezelf in het houden van een goed pleidooi en kun je later met ’tegengas’ op stellingen van de wederpartij reageren. [1] [2]

Logos, pathos en ethos

De klassieke kunst van het pleiten ontstond vanaf de vijfde eeuw voor Christus. Burgers konden elkaar aanklagen en moesten zich ook zelf verdedigen. Welsprekendheid werd een manier van leven.[3] Uit deze tijd stammen de drie pijlers van een succesvol pleidooi: logos, pathos en ethos.

Allereerst overtuig je alleen met goede argumenten (logos). Het opstellen van een argumentenlijst werkt hierbij altijd. Wat zijn de sterke punten in mijn zaak? Met welke argumenten zal de wederpartij komen? Wat is mijn reactie daarop? Probeer hierbij alleen de relevante zaken uit de casus te filteren: ruis laat je weg. Door het opstellen van een argumentenlijst verkrijg je een goed overzicht van jouw zaak en kun je de tegenargumenten van jouw wederpartij op de zitting gelijk ontkrachten.

Ten tweede overtuig je ook door bij de rechter een bepaald gevoel te creëren (pathos). Je zou menen dat zoiets vaags als ‘gevoel’ er in de rechtszaal niet toe doet, maar vergis je niet: in veel pleidooien bepaalt juist dit de toon van de zitting. Begin jouw pleidooi dus bijvoorbeeld met iets grappigs of pakkends. Ook de juiste woordkeuze kan het verloop van de zitting beïnvloeden. Denk maar eens aan het verschil tussen ‘eiser’ en ‘slachtoffer’, ‘bijwerkingen’ en ‘schadelijke effecten’ of ‘sprinter’ en ‘stoptrein’. Deze woorden betekenen precies hetzelfde, maar geven een totaal tegenovergesteld beeld. De juiste woordkeuze en een inleiding die de rechter als het ware meeneemt in jouw verhaal zijn dus essentieel voor een succesvol betoog.[4]

De derde en laatste pijler gaat niet over het pleidooi, maar over de spreker zelf (ethos). Hiermee wordt het beeld bedoeld dat de rechter van iemand heeft. Dat kan zowel positief als negatief zijn. Het slachtoffer van een ernstig verkeersongeval zal doorgaans op veel begrip kunnen rekenen, terwijl een verdachte die zich niets aantrekt van eerdere veroordelingen een hogere mate van bestraffing zal verdienen. In het strafrecht kan een zielig-verhaal-verweer voor een verdachte dus mogelijk beter uitpakken dan alles steevast te ontkennen. De vraag welke strategie het beste gevolgd kan worden verschilt echter van zaak tot zaak.

Tips voor het pleiten[5]

Mijn eerste tip klinkt misschien cliché, maar oefening baart ook echt kunst. Een goed pleidooi staat of valt met een goede voorbereiding. De beste manier om een pleidooi te schrijven is niet om iets te typen, maar om het op je eigen kamer met de deur dicht (of open) te oefenen. Welke zinnen lopen lekker? Welke niet? Voor veel mensen is dat de enige manier om erachter te komen wat aan het pleidooi nog verbeterd kan worden.

Een tweede regel is dat een pleidooi zich altijd richt tot de rechter. De pleiter moet de rechter overtuigen want met de wederpartij heeft hij al onderhandeld: zonder resultaat. Je kijkt tijdens het pleiten dus de rechter aan en niet de wederpartij. Onderbreekt de rechter jou? Grijp dit moment dan onmiddellijk aan om erachter te komen waar de rechter nog over twijfelt. Een kort en krachtig antwoord werkt meestal beter dan een lang en ondoorzichtig verhaal.

In een rechtszaal is de afstand tot de rechter vaak nogal groot. Maak daarom handig gebruik van de ruimte door bijvoorbeeld gebaren te maken. Dat je ook op andere manieren de ruimte in de rechtszaal effectief kunt gebruiken bewijst het volgende. Onlangs heb ik een pleidooi bijgewoond waarbij de vraag aan de orde was of een sprong van 3 meter als lichtzinnig valt aan te merken. De advocaat in kwestie heeft een meetlat meegenomen en in de rechtszaal uitgebeeld hoe lang 3 meter wel niet zijn. Het heeft voor hem goed uitgepakt, want de hele zitting werd bepaald door de gedachte dat de afstand in casu erg groot is.

Afbeeldingen zeggen meer dan duizend woorden. Zo stond de Hoge Raad in 1992 op het punt om een bestuurder die in het donker een fietser had aangereden, voor 50% van de schade aansprakelijk te stellen. Pas na het zien van de verschrikkelijke foto’s van het verkeersongeval is de Hoge Raad ‘omgegaan’ door in het arrest te bepalen dat de billijkheid een andere verdeling van de aansprakelijkheid kan rechtvaardigen. Het arrest laat goed zien dat emoties soms de doorslag kunnen geven om tot een ander oordeel te komen. Door hiervan in je pleidooi slim gebruik te maken, kun je jouw verhaal enorm veel kracht bijzetten.

De drie stijlfiguren 

Naar mijn mening zijn er grofweg drie soorten pleiters te onderscheiden: de marktkoopman, de dominee en de ambtenaar. De marktkoopman kan uitstekende presentaties geven en scoort vooral met verkooppraatjes en oneliners. Hoewel inhoudelijk niet altijd even sterk, kan deze stijlfiguur in repliek en dupliek met veel tegengas op de stellingen van de wederpartij reageren. De dominee is daarentegen juist inhoudelijk erg sterk. Tijdens een pleidooi is hij altijd kalm en beraden en weet op de juiste woorden de klemtoon te zetten. Ook maakt de dominee slim gebruik van handgebaren en mimiek. De ambtenaar kent weliswaar ieder relevant artikel uit zijn hoofd, maar weet zijn standpunten niet op een boeiende wijze over te brengen. Vaak leest de ambtenaar simpelweg zijn ongestructureerde pleitnotitie voor en kan niet kort en bondig op vragen reageren. Hoewel de ambtenaar het duel misschien op papier had gewonnen, zal zijn pleidooi het niet van de marktkoopman of de dominee winnen. Een oude wijsheid binnen de retorica luidt dan ook dat een sterk verhaal het altijd van het argument zal winnen. De laatste tip die ik wil geven is dus: word geen ambtenaar.

Afronding

Het perfecte pleidooi bestaat niet. Elke pleiter is anders en heeft zijn eigen manier van pleiten. Eén ding is echter zeker: een succesvol pleidooi staat of valt met een gedegen voorbereiding. De kunst van het pleiten kent veel verschillende technieken die geleerd kunnen worden. Ik kan dan ook van harte aanraden om een keertje bij een pleitgenootschap te komen kijken en pleitervaring op te doen. Oefening baart ook daadwerkelijk kunst!

[1] C.J.M. Klaassen, ‘Het belang van het pleidooi en de kunst van het pleiten in de civiele procedure’, AA november 2010, p. 825-831.

[2] http://actioma.eu/2015/01/het-pleidooi-overleeft

[3] http://actioma.eu/2013/05/een-pleidooi-voor-het-pleidooi

[4] Voor meer tips en trucs verwijs ik naar de inspirerende onlinecolleges van prof. dr. Eugène Sutorius: http://www.universiteitvannederland.nl/college/hoe-kun-je-overtuigen-met-maar-een-woord/

[5] Naast deze tips is de Pleitwijzer een uitstekende handleiding voor succesvol pleiten: Broekers-Knol & van Klink, Pleitwijzer. Succesvol pleiten in de praktijk, Amsterdam: Bert Bakker 2013.

The post De kunst van het pleiten appeared first on Bulletineke Justitia.