Bulletineke Justitia
U bent hier:

BSA met 60 puntennorm: is het wettelijk toegestaan?

De onderwijsrechter heeft zich recent uitgelaten over de wettigheid van het bindend studieadvies (BSA) van 60 ECTS. Deze regeling staat beter bekend als ‘nominaal is normaal’ of N=N en vormt al jaren een punt van discussie. Afgelopen maand heeft de onderwijsrechter, het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), zich bij wijze van voorlopige voorziening kritisch uitgelaten over het N=N-systeem.[1] De procedure is gestart door een rechtenstudent aan de Erasmus Universiteit (Rotterdam), waar het N=N-systeem gehanteerd wordt.

Nominaal is normaal (N=N)

Bij het N=N-systeem krijgt de student een negatief bindend studieadvies als hij niet de volledige 60 ECTS van de propedeuse in zijn eerste studiejaar behaalt. Het klinkt natuurlijk als een behoorlijk strengere eis dan bijvoorbeeld aan de Radboud Universiteit wordt gehanteerd, maar valt in de praktijk mee. Om de student tegemoet te komen, is het onder deze regeling namelijk toegestaan om onvoldoendes te compenseren met hogere cijfers. Als een student dus alleen maar zessen haalt en daarnaast één vijf dan is één zeven voldoende ter compensatie. In dat geval heeft hij ook voldaan aan al zijn vakken en de volledige 60 studiepunten behaald.

Vooral deze compensatieregeling is overigens binnen de academische gemeenschap het mikpunt van kritiek. Zo zijn er wel uitlatingen geweest dat met deze regeling de kwaliteit van het onderwijs niet langer voorop staat, maar het versoepelen van diploma-eisen om de rendementscijfers van universiteiten omhoog te krijgen.[2]

Wettelijk kader voor het BSA

De grondslag voor het BSA ligt in het in september 2010 ingevoerde art. 7.42a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Hierin is beschreven dat onderwijsinstellingen de inschrijving van een student mogen beëindigen als deze “blijk van ongeschiktheid” heeft gegeven. De norm is bewust vaag gehouden, zodat het aan het instellingsbestuur van een universiteit is om de criteria op te stellen, aldus de Minister.[3]

In de vorengenoemde uitspraak van de voorzieningenrechter uit deze zijn twijfels over de wettigheid van het N=N-systeem. De rechter overweegt: “daarbij is tevens van belang of de norm, die er op neer komt dat een student nominaal moet studeren en derhalve de hele jaargang moet afronden, (…) zich wel, gelet op doel en strekking, verdraagt met de wettelijke eis dat een bindend negatief studieadvies alleen kan worden gegeven als een student ongeschikt is voor de opleiding”.[4]

Een dergelijke twijfel aan het N=N-systeem vormt een primeur. Het feit dat de norm voor het instellingsbestuur zo open geformuleerd is, maakt de uitspraak van de rechter des te opmerkelijker. Immers is een zekere beleidsvrijheid hiermee beoogd en is een marginale toetsing van de rechter gepast.

Ook kan erover getwist worden of de norm van een “blijk van ongeschiktheid” daadwerkelijk geschonden is nu de universiteit het N=N-systeem samen met de compensatieregeling ingesteld geeft. Hiermee is zij de student al wezenlijk tegemoet gekomen en hoeft hij uiteindelijk in zijn eerste jaar ‘slechts’ een 6.0 gemiddeld te staan.

Een uitspraak met een staartje

De door de student gevraagde voorlopige voorziening wordt door het CBHO toegewezen: zodoende moet de student voorlopig weer toegelaten worden tot de studie, tot na de beslissing op beroep door het College van Beroep voor de Examens (CBE). De student zal echter nog door moeten procederen voordat hij definitief weer in de collegebanken zit. Het CBE is niet gebonden aan de uitspraak van de voorzieningenrechter, dus de uitkomst van de procedure is nog afwachten.

Mocht het CBE niet in het beroep van de student meegaan, kan deze ook nog hoger beroep instellen bij het CBHO. De juridische strijd omtrent het N=N-systeem is dus nog verre van gestreden! Volg het BJ-online om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen.

UPDATE: een uitspraak zonder staartje

Intussen is bekend geworden dat de student in kwestie een schikking heeft bereikt met de Erasmus Universiteit. Dit betekent dat de bodemprocedure van de baan is en de rechter zich niet definitief in deze zaak zal uitlaten over het N=N-systeem. De advocaat van de student laat wel weten graag door te willen procederen tegen de norm voor iemand die deze niet gehaald heeft. Wellicht dat een andere student in de nabije toekomst een nieuwe procedure zal starten.[5]

[1] CBHO 5 oktober 2015, 2015/217.1.
[2] http://www.volkskrant.nl/vk/nl/5288/Onderwijs/article/detail/3143520/2012/01/30/Vijven-en-toch-een-UvA-diploma.dhtml.
[3] Kamerstukken 2008-2009, 31821, nr. 6.
[4] R.o. 2.5.
[5] http://www.rechtenstudie.nl/van-erasmus-weggestuurde-rechtenstudent-toch-aan-tweede-jaar-begonnen

The post BSA met 60 puntennorm: is het wettelijk toegestaan? appeared first on Bulletineke Justitia.