Bulletineke Justitia
U bent hier:

Mannelijke taal is niet neutraal

Wellicht is de hashtag ‘mannelijketaalisnietneutraal’ op sociale media je opgevallen deze zomer: door middel van deze hashtag hopen verschillende juristen aandacht te krijgen van de overheid om te kijken waar overheidstaal inclusiever geformuleerd zou kunnen worden. Denk aan ‘raadsheer’, ‘raadsman’ of bijvoorbeeld ‘goed huisvader’: niet inclusief te noemen en niet meer van deze tijd.

Deze zomer is niet de eerste keer geweest waarbij werd opgeroepen inclusievere taal te gebruiken. Ook in 2019 riep een Amsterdams advocatenkantoor de Hoge Raad op om in de rechtspraak voortaan ook vrouwelijke verwijsvormen op te nemen. Alhoewel dit verzoek met enthousiasme door de Hoge Raad werd ontvangen, is er tot op heden nog niets veranderd. Dat dit apart is, kan alleen maar onderkend worden. Op rechtspraak.nl is immers te lezen dat de rechtspraak pijlers als ‘helder taalgebruik’, ‘diversiteit’ en ‘inclusie’ heeft. Daarnaast geldt dat de rechtspraak hét voorbeeld van een Nederlandse organisatie is die erin is geslaagd genderdiversiteit te bereiken: sinds 2019 zijn er meer vrouwelijke ‘raadsheren’ dan mannelijke.[1]Men zou denken dat zo’n organisatie zich dan ook inclusiever zou opstellen.

Op 7 juni jongstleden is er door verschillende Kamerleden een tiental vragen gesteld aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over dit vraagstuk.[2] Centraal stonden de vragen of de ministers de mening toegedaan waren dat de titel raadsheer nog gepast en correct is en wat eventuele alternatieven zouden kunnen zijn. De reactie van Minister Dekker? Begripvol, maar ook pragmatisch.[3] Dat de functietitel raadsheer een onmiskenbaar mannelijke connotatie heeft, terwijl de betreffende functie door personen van alle seksen kan worden uitgevoerd, staat vast. Een sekseneutrale titel zou volgens Minister Dekker dan ook beter aansluiten bij de realiteit. Over het, op het eerste oog, enthousiaste geluid vanuit de Hoge Raad aangaande inclusiever taalgebruik is Minister Dekker kort: binnen de grenzen van het controleerbare zou al zo goed mogelijk rekening worden gehouden met het geslacht van de betrokken raadsheren. Dit is echter niet te controleren, nu het geslacht van een betrokkene bij een uitspraak logischerwijs niet bekend wordt gemaakt. Het is wel gebleken dat doorgaans de Hoge Raad, dit geldt echter voor alle gerechtelijke instanties, aan de betrokken raadsheer refereert met ‘hij’. Minister Dekker is ook pragmatisch, omdat het begrip raadsheer in verschillende wet- en regelgeving voorkomt. Wijziging van dit begrip behelst dan ook een uitgebreide wetgevingsoperatie met potentieel grote gevolgen voor de rechtspraktijk. Daarnaast is het salaris van een raadsheer aan dit begrip gekoppeld. 

Minister Dekker laat in het midden wat hij van de voorgestelde ideeën, zoals rechter in hoger beroep, hofrechter of cassatierechter, vindt. Volgens hem is het aan de rechtspraak of men wil verkennen of er in de praktijk algemeen aanvaardbare sekseneutrale aanduidingen voor het begrip raadsheer kunnen worden ontwikkeld. Gezien het feit dat voor wijziging van de titel raadsheer een wetswijziging nodig is, geeft Minister Dekker het stokje door aan het nieuwe kabinet. Naar verwachting zullen er, volgens Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, wel urgentere zaken op de kalender staan.[4] Het is dus wachten op nieuwe geluiden vanuit de praktijk: laten we hopen dat deze snel komen. 


[1] Jaarverslag De Rechtspraak 2020, p. 70 (te raadplegen via: jaarverslagenrechtspraak.nl), zie ook Terlouw, NJB 2021/2059-2155 . 

[2] Kamerstukken II 2020-21, nr. 2, 2021Z10005. 

[3] Kamerstukken II 2020,21, nr. 2, 3472. 

[4] Toe Laer 2021. 

The post Mannelijke taal is niet neutraal appeared first on Bulletineke Justitia.