Daar waar de regeringscoalitie in haar akkoord ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ de thematiek omtrent gelijkheid – en de daarbij behorende gelijke kansen – opnieuw als kernpunt stelt, heeft de COVID-19 pandemie de kloof tussen arm en rijk alleen maar vergroot. Het vermogen van, respectievelijk de kansen voor de inwoners van ons kikkerlandje zijn namelijk schever verdeeld dan zij in eerste instantie doet vermoeden. Wellicht is het tijd voor een nieuw (erf)belastingstelsel?
Het heeft even geduurd, maar de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie is een feit. Na grondige onderhandelingen van bijna driekwart jaar doet Rutte IV haar intrede, waarmee zij het record van de langslopende formatie sinds de oorlog verbreekt.[1]Ruim een jaar nadat Rutte III de status ‘demissionair’ verkreeg – en daarmee aangaf het vertrouwen van de wetgevende macht verloren te hebben –, mag Rutte IV plaatsnemen op het bordes van Paleis Noordeinde.[2] Eveneens publiceert zij het nieuwe coalitieakkoord 2021 – 2025 ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. In dit akkoord passeren een aantal belangrijke punten de revue. Denk hierbij aan duurzaamheid, veiligheid en de gezondheidszorg. Ook spreekt de coalitie haar zorgen uit over de toenemende ongelijkheid in ons land. Maar iedereen heeft het toch best goed in Nederland?
Ongelijkheid in Nederland
Wellicht dat de cynische ondertoon van bovenstaande vraag wat meer opheldering behoeft. Want inderdaad, Nederland behoort tot het selecte clubje van meest welvarende landen ter wereld.[3] Desondanks laat de verdeling van al dit fortuin te wensen over. Nederland pakt de zilveren medaille als het om vermogensongelijkheid gaat, net na de Verenigde Staten.[4] Een recenter onderzoek van de Wereldbank laat zowaar een nog verontrustender beeld zien: Nederland heeft de grootste kloof tussen arm en rijk ter wereld.[5] Zo heeft, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek, de rijkste één procent van Nederland meer dan een kwart van al het private vermogen (onroerend goed, aandelen, obligaties, bank- en spaarrekeningen) in handen.[6] Bovendien voorspelt het CBS dat deze scheve verdeling, door de recentelijke ontwikkelingen omtrent COVID-19, alleen maar zal vergroten. We creëren een maatschappij waarin de elite – door het volgen van privéonderwijs vanaf groep vier – in de eigen (champagne)bubbel opgroeit, de starter het op moet nemen tegen huisjesmelkers, kapitaalkrachtige vastgoedmagnaten en kolossale beleggingscorporaties en de pechgeneratie genoegen moet nemen met ‘n rooitje.[7] Dit alles omdat politiek Den Haag bang is voor een opstand van vermogende lobbyisten.
Een nieuw belastingstelsel
Even terug naar het coalitieakkoord. Veel partijen in de Tweede Kamer onderkennen het probleem van deze kloof. Desalniettemin spreekt het akkoord summier over de bemoeienis van de overheid binnen deze problematische systematiek.[8] Natuurlijk probeert het coalitieakkoord de burger wel een beetje tegemoet te komen. Een voorbeeld hiervan is het afschaffen van het zogeheten ‘jubeltonnetje’.[9] Ook krijgen bedrijven wat lastenverzwaringen toegeschoven en worden wat vermogensbelastingen aangepast.[10] Echter, het knoppenpaneel waar ons belastingstelsel uit bestaat blijft ongemoeid. Dit terwijl een groot scala aan ambtenaren, politici en economen al geruime tijd pleit voor een grondige herziening van het belastingstelsel, wetende dat onze hedendaagse fiscale wetgeving bijdraagt aan de vermogensongelijkheid.[11] Naast het belastingstelsel zelf, is ook de slogan van de Nederlandse Belastingdienst al bijna twee decennia niet aan verandering onderhevig: “leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker”. Nou ja, behalve als je bij de elite van Nederland behoort; dan is belasting betalen een spel van vermogensverschuivingen, trust-kantoortjes en aftrekposten, waarbij de winnaar er met de laagste belastingpercentages vandoor gaat. Creatief boekhouden, wel te verstaan.
Een neo-liberalistische visie op ons belastingstelsel zou mijns inziens een adequate wijze zijn om de vermogensongelijkheid op te lossen: bemoeienis van de overheid waar nodig, met de nadruk op het maximaliseren van de individuele vrijheid. Een manier om dit te verwezenlijken, is een progressief belastingstelsel waarbij ieder inkomen evenredig wordt belast. Géén verschillende boxen en géén onderscheid tussen inkomen uit werk, uit vermogen en beleggingen of uit erven. Want zeg nou eerlijk, waarom zou een euro waar zelf voor is gewerkt zwaarder moeten worden belast dan wanneer deze wordt aangereikt door een overleden ouder?
De erfbelasting
Zodra wordt gesproken over het belasten van een erfenis, krijgt men de wind van voren. Een veelgebruikt argument is dat geërfd inkomen al bij de ouders is belast en het dus niet eerlijk zou zijn als ‘het blauwe gevaar’ opnieuw een graantje mee pikt. Dit is echter niet hoe de vork in de steel zit. Vrijwel élke euro die in onze economie circuleert is al meermaals belast. Bijvoorbeeld wanneer een werknemer zijn reeds belaste inkomen uitgeeft aan een product en daarover btw betaald. Daarnaast is het niet de gestorven persoon die belast wordt, maar de erfgenamen die simpelweg in het juiste gezin geboren zijn. Van een dubbele belasting is dus überhaupt geen sprake.
Zoals hierboven al beschreven, bestaat ons belastingstelsel uit een knoppenpaneel met allemaal schuifjes. Gaat de erfbelasting omhoog, dan kan de belasting uit werk omlaag. Hierdoor wordt vermogen evenrediger verdeeld en kan een nieuw belastingstelsel helpen tegen de groeiende ongelijkheid.[12] Het gros van de burgers heeft een verkeerd beeld van erfbelasting, waarbij zij uitgaat van een vast percentage zonder vrijstellingen. Stel dat men een erf-vrijstelling van een ton hanteert, dan zou ruim zevenentachtig procent van de Nederlanders überhaupt geen hinder aan de erfbelasting ondervinden. De andere dertien procent daarentegen is wel ‘verantwoordelijk’ voor bijna zéstig procent van het totale bedrag aan erfenissen. Deze zestig procent is overigens ná alle schenkingsconstructies en andere vrijstellingen, over scheve verhoudingen gesproken.[13]
We moeten terug naar een liberalistische gedachte waarin hard werken daadwerkelijk wordt beloond, voor iedereen. Dit gaat hand in hand – en kan louter verwezenlijkt worden – met het minimaliseren van de kans-ongelijkheid. Deze opvatting wordt gedeeld, nu belangrijke namen als Bill Gates, Mark Zuckerberg, Michael Bloomberg en Warren Buffett besloten hebben om (nagenoeg) ‘niets’ aan hun kinderen na te laten. Progressieve erfbelasting draagt bij aan interne motivatie om het onderste uit de kan te halen, zorgt voor meer innovatie en creëert een maatschappij welke tot haar volledige potentie wordt benut. Een stelsel waar Brits filosoof John Stuart Mill trots op zou zijn, nu naar zijn overtuiging liberaal denken – de mogelijkheid tot eigenrichting – centraal dient te staan in onze maatschappij. Lage belastingen op inkomen, anders dan beloning voor noeste arbeid of intelligentie, dragen niet bij aan deze zienswijze. Een stelsel waar niemand een streepje voor heeft, waar je beloond wordt voor je eigen kunnen en niet voor waar je wordt geboren. Wellicht een idee voor de volgende kabinetsformatie. Daaropvolgend kan de Nederlandse Belastingdienst ook op een innovatieve wijze met haar slogan omgaan. Een suggestie? “Leuker kunnen we het niet maken, wél eerlijker”.
[1] ‘Rutte verbreekt eigen record voor langstlopende formatie’, De Telegraaf 28 oktober 2021.
[2] H. Keultjes & W. Peer, ‘Rutte IV op het bordes: veel nieuwe gezichten en één digitale eed’, Het Parool 10 januari 2022.
[3] Uit een onderzoek van Allianz blijkt Nederland op plek 4 te eindigen van rijkste landen ter wereld. Deze lijst is exclusief de rijke oliestaten (Allianz Global Wealth Report, 2021, p. 52).
[4] I. van den Berg, ‘Kloof arm en rijk groeit door corona: ‘extreme rijkdom net zo onwenselijk als armoede’, Algemeen Dagblad 11 januari 2022.
[5] Research Institute: Global Wealth Databook, 2019, p. 119.
[6] W. Dekker, ‘Vermogensongelijkheid nog groter dan gedacht, ‘woonkloof’ koop/huur groeit’, De Volkskrant 21 april 2021.
[7] F. Burgers, ‘Kansenongelijkheid wordt niet opgelost door liberaal denken’, NRC 9 februari 2022.
[8] Het commentaar, ‘Waarom is de belasting uit inkomen uit werk hoger dan op inkomen uit vermogen?’ Trouw 8 februari 2022.
[9] R. Hüsken, ‘Dit zijn de gevolgen op de woningmarkt bij de afschaffing van de ‘jubelton’’, Algemeen Dagblad 30 december 2021.
[10] M. Stellinga & R. Rutten, ‘Rutte IV laat vermogens grotendeels ongemoeid’, NRC 18 januari 2022.
[11] M. Stellinga & R. Rutten, ‘Rutte IV laat vermogens grotendeels ongemoeid’, NRC 18 januari 2022.
[12] Zo blijkt ook uit een recent onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (11 mei 2021).
[13] J. Frederik, ‘Erfbelasting onrechtvaardig? Zo is de #graftaks wél eerlijk’, De Correspondent 8 maart 2019.
The post Leuker kunnen we het niet maken… appeared first on Bulletineke Justitia.