Als gevolg van de coronamaatregelen moesten sportscholen en -clubs hun deuren sluiten. Teamsporten mochten door volwassenen niet meer beoefend worden. Toch had niet elke sportclub hieronder te lijden. Geheel volgens de 16e-eeuwse spreuk: ‘des eenen dood, is den anderen brood’, hebben Nederlandse golfclubs hun ledenaantallen exponentieel zien toenemen. Voor het eerst sinds de jaren ’90 zijn er weer wachtrijen bij verenigingen.[1] Ondergetekende heeft zelf ook de stokken sinds dit jaar opgepakt. Door het toenemende aantal golfers neemt de drukte op de baan toe. De kans op ongelukken stijgt evenredig. Ben je eigenlijk aansprakelijk als je per ongeluk iemand raakt door een misslag? Maakt het daarbij uit of de gelaedeerde zelf meespeelt of slechts staat te kijken? Een en ander licht ik hieronder toe aan de hand van voorbeelden uit de jurisprudentie.
Algemeen
De algemene wettelijke grondslag voor aansprakelijkheid bij toerekenbare schade is de onrechtmatige daad uit artikel 6:162 BW. Een daad is onder meer onrechtmatig wanneer hij in strijd is met de maatschappelijke betamelijkheid. In het bekende Kelderluik-arrest[2] overweegt de Hoge Raad dat het onrechtmatig is om een gevaarlijke situatie te creëren wanneer de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval, als gevolg van de gevaarzetting, je van de handeling had moeten weerhouden. Een en ander wordt beoordeeld in het licht van de te verwachten niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid, de kans op ongevallen, de ernst van deze ongevallen en de bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen. Voor sport- en spelsituaties zoals bij het golfen is in de rechtspraak al snel aangenomen dat de hiervoor genoemde criteria niet strikt moeten worden toegepast. Dit zou er namelijk toe leiden dat iedere tackle bij voetbal of iedere slag bij golf een onrechtmatige daad oplevert gezien de voorzienbaarheid en de ernst van de mogelijke schade.
De aansprakelijkheid bij sport- en spelsituaties wordt door de Hoge Raad in het ‘Witmarsumer Merke’-arrest duidelijk uiteengezet:
“dat de vraag of een deelnemer aan een sport of spel onrechtmatig heeft gehandeld door een gedraging als gevolg waarvan aan een andere deelnemer letsel is toegebracht, minder spoedig bevestigend moet worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in een sport- of spelsituatie had plaatsgevonden. De reden daarvan is dat de deelnemers aan die sport of dat spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe de activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, van elkaar moeten verwachten.”[3]
Er geldt dus een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel voor sport- en spelsituaties. Hoe pakt dit nu uit op de golfbaan?
Schade op de baan: medespelers
Allereerst bespreek ik schade die wordt opgelopen door een mede-golfer op de baan. De aansprakelijkheidsvraag werd voorgelegd aan de rechtbank Amsterdam op 13 oktober 2013.[4] De casus in het kort: twee tandartsen, A en B, deden mee aan een golftoernooi in verschillende flights. Dhr. A was nog bezig met hole 9 toen de flight van de heer B bij de afslagplaats van hole 9 aankwam. Omdat de baan over een heuvel liep kon dhr. B niet zien of er nog spelers op de baan waren. Om die reden was er speciaal voor hole 9 een systeem opgetuigd waarbij het luiden van een bel aangaf of de baan vrij was. Dhr. B wachtte desondanks niet op de bel en sloeg zijn bal af. De nietsvermoedende heer A kreeg daarop diezelfde bal in zijn gezicht en liep ernstig oogletsel op.
De rechtbank stelt voorop dat er sprake is van een sport- en spelsituatie. Het verweer dat golf een individuele sport is en dat beide heren deel uitmaakten van een andere flight doet daar volgens de rechter niet aan af. Om aansprakelijkheid aan te nemen moet sprake zijn van een overschrijding van de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel of in de woorden van de rechtbank: “als de gedraging buiten de regels van het spel, althans buiten de normaal aanvaardbare risico’s van het spel valt en derhalve abnormaal gevaarlijk is, zodat de gedraging door andere deelnemers niet verwacht behoefde te worden”. Dhr. B heeft geen ‘fore’ geroepen en heeft niet op de bel gewacht. De rechter richt zich op de tweede fout. Het niet roepen van ‘fore’ is tegen de etiquette maar waarschijnlijk niet abnormaal gevaarlijk. Het niet in acht nemen van regels die speciaal voor die hole gelden acht de rechter dermate gevaarlijk dat de medespelers dit niet hadden hoeven verwachten. De rechtbank veroordeelt dhr. A tot vergoeding van de schade van dhr. B.
Schade op de baan: toeschouwers
De rechtbank Oost-Brabant moest in 2000 oordelen over de volgende zaak[5]: Stefan (17) en Joyce (16) waren met een groep vrienden gaan midgetgolfen. Stefan was net klaar met zijn hole en ging alvast kijken hoe Joyce de volgende hole zou slaan. Joyce haalde uit en raakte in haar backswing het oog van Stefan. Stefan verloor door het ongeluk zijn linkeroog. De rechter moest zich buigen over twee vragen: (1) was Stefan op het moment van het ongeluk toeschouwer of medespeler en (2) als hij toeschouwer was, geldt dan ook de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel?
De rechtbank overwoog dat Stefan geen deel uitmaakte van de sport- en spelsituatie op het moment van het ongeval. Als toeschouwer gold voor hem de ‘reguliere’ aansprakelijkheidsdrempel van gevaarzetting. De rechtbank oordeelt dat Joyce het gevaarlijke gedrag achterwege had moeten laten en veroordeelde haar tot vergoeding van de door Stefan geleden schade.
In hoger beroep dacht het hof Den Bosch heel anders over de zaak. Het hof overwoog dat het aan het midgetgolfspel eigen is dat er om de beurt geslagen wordt. Van Stefan kon daarom niet gezegd worden dat hij slechts toeschouwer was. Als medespeler gold voor Stefan de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Het hof acht de ongecoördineerde backswing een gedraging die binnen de normale risico’s van het spel valt en wijst alle aansprakelijkheid van Joyce af.
Stefan gaat daarop in cassatie en bij arrest van 20 februari 2004[6] overweegt de Hoge Raad dat voor de vraag of iemand toeschouwer dan wel medespeler is, het volgende van belang is:
“niet is vereist dat de bij een ongeval betrokkenen rechtstreeks en met elkaar aan het wedijveren zijn, noch ook dat het slachtoffer van het ongeval, wil hij als deelnemer aan het spel kunnen worden beschouwd, ten tijde van het ongeval ook zelf handelingen verrichtte die karakteristiek zijn voor de beoefening van die sport of dat spel.”
Volgens de Hoge Raad had het hof de juiste maatstaf gehanteerd en daarom heeft hij het arrest van het hof bekrachtigd.
Wat nu als je uitsluitend staat te kijken zoals de toeschouwers bij een professionele golfwedstrijd? In de literatuur wordt aangenomen dat voor toeschouwers dezelfde hoge aansprakelijkheidsdrempel geldt als voor medespelers.[7] De rechtspraak geeft geen eenduidig beeld. De rechtbank Oost-Brabant paste in de hiervoor besproken midgetgolfzaak de reguliere aansprakelijkheidsregels toe op Stefan als toeschouwer. Het hof Den Bosch oordeelde bij een squash-ongeluk in gelijke zin.[8] Anderszins achtte de rechtbank Den Bosch[9] een deelnemer aan een motorwedstrijd niet aansprakelijk jegens de door hem aangereden toeschouwer omdat de toeschouwer het uitschieten van de motor had moeten verwachten. De rechtbank Arnhem[10] oordeelde gelijkelijk bij een aanrijding tijdens een mountainbike wedstrijd. Overigens achtte de rechter in die zaak de organisatie van de wedstrijd aansprakelijk.
Conclusie
Op de golfbaan zul je bijna altijd als medespeler worden gezien. Dientengevolge zal in de meeste gevallen de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel gelden: Er moet sprake zijn van een buitengewoon onverwachte veronachtzaming van de regels. Het niet hebben geroepen van ‘fore’ is waarschijnlijk onvoldoende onverwacht om die golfer met succes aan te spreken voor de schade. Al met al kun je zelfs met een hoge handicap relatief onbezorgd de baan op!
[1]https://www.sportnext.nl/corona/golf-krijgt-boost-door-corona-we-maken-de-sport-toegankelijker/
[2]HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079.
[3]HR 28 maart 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2679, NJ2003/718, ro. 3.6.
[4]Rb. Amsterdam 3 oktober 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:6608.
[5]Conclusie P-G Hartkamp, ECLI:NL:PHR:2004:AO1239, NJ 2004/238, par. 6.
[6]HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1239, NJ2004/238, ro. 3.6.
[7]K.J.O. Jansen, GS Onrechtmatige daad, art. 6:162 BW, aant. 6.9.5.4.
[8]Hof ’s-Hertogenbosch 2 oktober 2001, VR2002/414.
[9]Rb. ’s-Hertogenbosch 8 november 1958, ECLI:NL:RBSHE:1957:2.
[10]Rb. Arnhem 14 november 2011, ECLI:NL:RBARN:2011:BU6757.
The post Gevaarzetting op de golfbaan appeared first on Bulletineke Justitia.