Bulletineke Justitia
U bent hier:

Digitalisering: de een zijn grootste vriend, de ander zijn ergste nachtmerrie.

Digitalisering: tegenwoordig ontkom je er niet aan. Waar je vroeger brieven schreef met de hand, kan je nu binnen no-time een bericht plaatsen dat voor de hele wereld te zien is. Dat alles steeds meer digitaal wordt, heeft veel positieve gevolgen. Het brengt een bepaald gemak met zich mee. Denk aan online shoppen, internetbankieren en online belastingaangifte doen. Dit gaat sneller en kost minder moeite dan ooit tevoren. Digitalisering brengt echter ook nadelen met zich mee: fraudeurs kunnen nu ook online hun slag slaan. Via WhatsApp, SMS of andere platforms lichten zij mensen op. Aan dit nadeel van de digitalisering zal in dit artikel aandacht worden besteed. Eerst wordt ingegaan op wat dit type criminaliteit inhoudt, vervolgens op de strafbaarstelling ervan en tot slot op hoe het voorkomen kan worden.

Wat is online criminaliteit?

Er zijn meerdere manieren waarop je online opgelicht kan worden. Het fenomeen ‘WhatsApp-fraude’, ook wel ‘vriend-in-noodfraude’ genoemd, is een van de bekendste en komt de laatste tijd regelmatig voor. Dit houdt in dat je een bericht ontvangt van een zogenaamde bekende die financiële hulp nodig heeft. Er wordt door diegene gevraagd om geld over te maken. Achteraf blijkt dit dan geen bekende van je te zijn, maar een oplichter die er dus met jouw geld vandoor gaat.[1]

Een andere veelvoorkomende vorm van online oplichting is phishing: je ontvangt een bericht waarin naar jouw persoonlijke gegevens wordt gevraagd: inloggegevens, pincodes of creditcardinformatie. De oplichter doet dan bijvoorbeeld alsof ze van de bank zijn.[2]

Maar ook het online shoppen dat nu juist zo gemakkelijk is, kent nadelen. Er bestaan tegenwoordig nep-sites.[3] Je betaalt dan voor een product dat vervolgens nooit geleverd wordt. Hiernaast zijn er nog tal van andere vormen  van online criminaliteit. 

Welke straf staat er op online criminaliteit?

Er zijn veel verschillende mogelijkheden om dit type criminaliteit te bestraffen in het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Onder het algemene artikel van oplichting, artikel 326 Sr, vallen vele vormen van online criminaliteit:

‘Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.’

Meer specifieke bepalingen die soms tevens van toepassing zijn, zijn: valsheid in geschrifte (artikel 225 Sr), diefstal (artikel 310 Sr) en computervredebreuk (artikel 138ab Sr).[4]

Dat het online oplichten (in welke vorm dan ook) strafbaar gesteld is, zorgt er helaas niet voor dat er minder fraude plaatsvindt. Onder andere Grapperhaus is dan ook van mening dat deze criminaliteit, en dan met name wat betreft fraude met niet-contante betaalmiddelen, zwaarder bestraft dient te worden.[5] Zwaardere straffen zouden ervoor kunnen zorgen dat de criminelen afgeschrikt worden. Op dit moment blijft een toename zichtbaar van het aantal mensen dat de dupe is van online criminaliteit, maar door corona is dit soort criminaliteit wel erg fors toegenomen.[6]  Nu het bestraffen van internetcriminelen weinig baat blijkt te hebben, moet een andere oplossing voor het probleem komen, maar wat?

Is er een andere oplossing?

Voorkomen door voorlichting lijkt de beste optie.[7] Veel mensen herkennen ‘WhatsApp-fraude’ en phishingberichtjes direct. Toch kunnen sommige mensen de snel toenemende digitalisering niet bijhouden. Hierdoor zijn zij kwetsbaarder voor dit type oplichting. Als er meer informatie over online oplichting verspreid wordt onder deze groep mensen, kan het probleem wellicht voorkomen worden. Denk aan informatie als: hoe herken je phishing, hoe herken je ‘WhatsApp-fraude’ of hoe kan je een nep-site herkennen? Er zijn al meerdere initiatieven hiervoor geweest. Zo is er een campagne geweest over risico’s van online aankopen door de Autoriteit Consument & Markt. Daarnaast is er een campagne geweest over veilig internetten genaamd ‘eerst checken dan klikken’. Door het voorkomen van online criminaliteit zullen minder mensen slachtoffer worden van online criminaliteit en zal hopelijk een afname hiervan zichtbaar worden. 

Conclusie

Kortom: digitalisering heeft een hoop voordelen, maar ook zeker nadelen. De opkomst van online criminaliteit die is ontstaan door digitalisering, is problematisch. Fraudeurs en oplichters grijpen hun kansen. Hoewel dit strafbaar gesteld is en dit ook regelmatig bestraft wordt, lijkt de online criminaliteit nog niet voldoende af te nemen. Zwaardere straffen zou mogelijk voor een afname kunnen zorgen. Een andere mogelijkheid om mensen te helpen dit probleem te voorkomen is voorlichting. Hierdoor zullen mensen minder snel in dit soort fraude trappen. Nog een tip van mij: een berichtje van je bank met de vraag om je pincode ter controle? Lekker laten gaan…


[1] ‘Wat is WhatsApp-fraude (vriend-in-noodfraude)?’, https://www.politie.nl/.

[2] ‘Wat is phishing?’, https://veiliginternetten.nl/.

[3] ‘Vormen van oplichting en cijfers’, https://slachtofferwijzer.nl/.

[4] ‘Cybercrime: van hacken tot cryptofraude’, https://www.elhannouche.nl/.  

[5] Wetsvoorstel implementatie ter bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen (Kamerstukken II 2020/21, 35656). 

[6] ‘2,5 miljoen Nederlanders in 2021 slachtoffer van online criminaliteit’, https://www.cbs.nl/nl-nl

[7] Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3819.

The post <strong>Digitalisering: de een zijn grootste vriend, de ander zijn ergste nachtmerrie.</strong> appeared first on Bulletineke Justitia.