Bulletineke Justitia
U bent hier:

Democratisch tekort in het Koninkrijk

Samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten vormt Nederland het Koninkrijk der Nederlanden. De BES-eilanden maken deel uit van de Staat der Nederlanden. Het Koninkrijk kent een eigen politiek, maar deze vertoont grote overeenkomsten met de Nederlandse politiek. Zo groot zelfs, dat er al een hele tijd gesproken wordt van een democratisch tekort; het Caribische deel van het Koninkrijk zou te weinig inspraak hebben in Koninkrijkswetgeving. De Nederlandse regering heeft in het coalitieakkoord opgenomen dat zij dit democratische tekort bij de besluitvorming door de Tweede Kamer over voorstellen van rijkswetgeving wil verhelpen. Waaruit bestaat dit democratische tekort eigenlijk? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zal ik eerst kort de staatsrechtelijke positie van de BES-eilanden en van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in kaart brengen. Daarna zal ik het democratisch tekort toelichten en de mogelijke oplossingen hiervoor bespreken.

De BES-eilanden

De BES-eilanden bestaan uit Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze eilanden nemen een bijzondere positie in binnen ons staatsbestel. Dit heeft te maken met hun kleine omvang en de grote afstand tussen de eilanden en het vaste land van Nederland. Daarom is ervoor gekozen om met deze bijzondere positie rekening te houden bij het besturen van deze lichamen.[1] De eilanden zijn zogenaamde openbare lichamen in de zin van artikel 132a van de Grondwet. Zij worden gezien als bijzondere gemeenten en maken geen deel uit van een provincie. Zij vallen dus rechtstreeks onder de Nederlandse centrale overheid.[2] Omdat de inwoners van de BES-eilanden Nederlandse inwoners zijn, mogen zij meestemmen voor zowel de Eerste als Tweede Kamer van Nederland.[3] De BES-eilanden kennen zoals gezegd geen provincies. Daarom gaat het stemmen voor de Eerste Kamer via speciaal daarvoor opgestelde kiescolleges.[4]Daarnaast mogen de inwoners ook stemmen voor het Europees Parlement. De inwoners hebben zowel actief- als passief kiesrecht. Zij mogen dus niet alleen stemmen, maar mogen zichzelf ook verkiesbaar stellen.[5]

Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn autonome landen binnen het Koninkrijk. Binnen de Nederlandse politiek hebben deze landen dus geen stemrecht. De inwoners mogen wel stemmen voor hun eigen Staten. Binnen het Koninkrijk behoren deze zelfstandige landen inspraak te hebben in de politieke besluitvorming. In artikel 3 van het Statuut zijn een aantal Koninkrijksaangelegenheden opgesomd. De aangelegenheden die daar zijn benoemd, treffen het gehele Koninkrijk en moeten dus gezamenlijk geregeld worden. In beginsel worden deze aangelegenheden bij rijkswet geregeld. Een rijkswet komt tot stand door een procedure die is vastgelegd in het Statuut.[6] De inspraak van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in deze procedure is echter beperkt. De drie eilanden hebben allen een gevolmachtigde minister die namens zijn eiland deelneemt aan de wetgevingsprocedure.

De gevolmachtigde minister heeft initiatiefrecht in de zin dat hij aan de Tweede Kamer kan vragen om zijn voorstel voor te dragen. Daarnaast mag hij de behandeling van het voorstel bij beide Kamers bijwonen en daarbij ook voorlichting over het voorstel geven. Naast de gevolmachtigde minister, kunnen de Staten van het land waar de regeling zal gelden ook een of meer bijzondere gedelegeerden afvaardigen. Zij mogen ook bij de mondelinge behandeling zijn en daar voorlichting geven. Zij hebben echter geen initiatiefrecht. Wel mogen zowel de bijzonder gedelegeerden als de gevolmachtigde minister bij de behandeling in de Tweede Kamer wijzigingen van de rijkswet voorstellen. 

Voordat de Staten-Generaal gaan stemmen over het voorstel, wordt de gevolmachtigde minister van een land waar de regeling zal gelden in de gelegenheid gesteld zich over het voorstel uit te spreken. Als hij tegen het voorstel is, kan hij de Tweede Kamer verzoeken om de stemming aan te houden tot de volgende vergadering.[7] Mocht de Tweede Kamer na dit verzoek het voorstel aannemen met minder dan drievijfde van het aantal uitgebrachte stemmen, dan wordt de behandeling geschorst en vindt verder overleg plaats in de Rijksministerraad.[8] De gevolmachtigde minister heeft dus geen stemrecht voor wetsvoorstellen die het Koninkrijk raken. 

Democratisch tekort

In 2001 werd het democratisch deficit door de Raad van State van het Koninkrijk omschreven als: “het ontbreken van volledig gelijkwaardige democratische representatie van de bevolking van het Koninkrijk bij besluitvorming op Koninkrijksniveau”.[9] Het gaat erom dat de Caribische landen te weinig inspraak hebben, of Nederland juist te veel.[10] De democratische lacune in het Koninkrijk ligt met name in het feit dat de inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten geen actief kiesrecht hebben voor de Nederlandse Staten-Generaal, die in het Koninkrijksstatuut materieel de rol innemen van het Koninkrijksparlement.[11]

Uit het coalitieakkoord blijkt dat de regering het democratisch tekort bij de besluitvorming door de Tweede Kamer over voorstellen van rijkswet wil opheffen door ruimte te geven voor een proportionele stem van de Caribische landen. Ook wil zij het voor stemgerechtigde inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij verkiezingen voor het Europees Parlement net zo toegankelijk maken om te stemmen als in Europees Nederland.[12]

Proportionele inspraak

De Caribische landen van het Koninkrijk hebben dus weinig echte inspraak in rijkswetgeving. Ze mogen wel (indirect) wetsvoorstellen indienen, bij de vergadering hun zegje doen en ze kunnen de behandeling schorsen, maar ze hebben geen stemrecht. Er wordt al langere tijd naar oplossingen voor dit democratische deficit gezocht. Zo kwam het toekennen van actief kiesrecht aan de inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten voor de Tweede Kamer van Nederland al ter sprake.[13] Voor deze oplossing behoeft enkel de Kieswet aangepast te worden. Op deze manier hebben de inwoners van de eilanden inspraak op de samenstelling van de Nederlandse Staten-Generaal. Een andere geopperde oplossing is om een Koninkrijksparlement in het leven te roepen.[14]

De regering heeft in het coalitieakkoord laten weten dat zij de Caribische landen proportionele inspraak wil geven. Het Koninkrijk Denemarken heeft ook een proportionele vertegenwoordiging in het parlement. Dit houdt in dat elk land van het Koninkrijk Denemarken per 30.000 inwoners één vertegenwoordiger krijgt. Deze vertegenwoordigers hebben allen een volledige stem bij alle wetgeving.[15] Of de proportionele vertegenwoordiging in het Koninkrijk der Nederlanden precies dezelfde vorm zal krijgen, is nog niet bekend. Het plan om het democratische tekort binnen het Koninkrijk der Nederlanden te beëindigen, is in ieder geval in de maak. Er zal proportionele inspraak komen voor de Caribische landen en hopelijk komt deze inspraak de democratie ten goede.  


[1] A. van Rijn, ‘Handboek Caribisch staatsrecht’, p. 749.

[2] A. van Rijn, ‘Handboek Caribisch staatsrecht’, p. 749.

[3] A. van Rijn, ‘Handboek Caribisch staatsrecht’, p. 760.

[4] ‘Op BES-eilanden komen kiescolleges voor de Eerste Kamer’, Parlement.com z.j.

[5] Stb. 2010, 347.

[6] Artikelen 15-22 van het Statuut.

[7] ‘Nr. 121 (Plenaire behandeling door de Tweede Kamer)’, Rijksoverheid 16-02-2022.

[8] Artikel 18 lid 1 van het Statuut.

[9] Kamerstukken II 2001/02, 27570 (R 1672) A blz. 3).

[10] ‘Kiezen voor het Koninkrijk. Democratische legitimiteit van besluitvorming en controle op Koninkrijksniveau’, p. 14.

[11] ‘Kiezen voor het Koninkrijk. Democratische legitimiteit van besluitvorming en controle op Koninkrijksniveau’, p. 15.

[12] Coalitieakkoord 2021-2025, ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’, p. 5.

[13] ‘Kiezen voor het Koninkrijk. Democratische legitimiteit van besluitvorming en controle op Koninkrijksniveau’, p. 6.

[14] ‘Staatsburgers zonder volksvertegenwoordigers: het democratisch tekort van het Koninkrijk der Nederlanden’, SRV 13-01-2020.

[15] ‘Staatsburgers zonder volksvertegenwoordigers: het democratisch tekort van het Koninkrijk der Nederlanden’, SRV 13-01-2020.

The post <strong>Democratisch tekort in het Koninkrijk</strong> appeared first on Bulletineke Justitia.