Sinds het begin van de coronacrisis zette de Rechtspraak verschillende online platforms in voor online zittingen, denk hierbij aan Skype of Teams.[1] In de periode van de pandemie werden digitale hoorzittingen gezien als de enige haalbare manier om een zitting door te laten gaan. Hoewel de pandemie grotendeels voorbij is, en fysieke bijeenkomsten opnieuw plaatsvinden, hebben virtuele en hybride hoorzittingen niet alleen hun waarde behouden als alternatief, maar zijn ze in bepaalde situaties zelfs de standaard geworden.[2] Maar in hoeverre is dit wenselijk? In dit artikel ga ik in op de complexe dynamiek rondom digitale hoorzittingen in de rechtspraak, waarbij zowel de voordelen als de uitdagingen worden belicht. Het benadrukt de balans tussen het handhaven van fundamentele rechten, zoals privacy en openbaarheid, en het streven naar efficiëntie en toegankelijkheid binnen het rechterlijk proces.
De ontwikkeling van digitale hoorzittingen
In het Nederlandse strafrecht bestond de mogelijkheid om een zitting via een videoverbinding bij te wonen al ver voor de pandemie. Met de Tijdelijke wet Covid-19 Justitie en Veiligheid (hierna: tijdelijke wet) werd deze reeds bestaande mogelijkheid verder uitgebreid. Er kon naast een videoconferentie ook gebruik worden gemaakt van een groepstelefoongesprek. Wat inhoudt dat je met meerdere mensen in één telefoongesprek zit.[1] Ten tijde van de pandemie maakte de noodoplossing binnen de feitenrechtspraak in strafzaken duidelijk dat het verplichte digitale verhoor op gespannen voet stond met de fundamentele rechten van verdachten.[2]
Negatieve aspecten
Een voorbeeld van een fundamenteel recht is de privacy van de procesdeelnemers, want wie luistert er eigenlijk allemaal mee? Zittingen zijn in beginsel openbaar, behalve in die gevallen waarin de wet een uitzondering maakt. In het geval van online zittingen, lijkt het beginsel van openbaarheid wel erg lastig te handhaven. Want zouden geïnteresseerden dan ook een link moeten krijgen tot bijvoorbeeld een Zoom-meeting om de zitting bij te wonen? Daarnaast moet je er ook over nadenken dat je de privacy van een procesdeelnemer kan schaden door derden toe te voegen aan de videoverbinding, want de procesdeelnemer zou gewoon thuis in de woonkamer kunnen zitten.
Een ander lastig aspect van een digitale zitting is dat het af en toe lastig te volgen is voor een procesdeelnemer, want er is niet altijd een mogelijkheid om met de advocaat te overleggen. Ook krijgen rechtszoekenden minder het gevoel dat ze gehoord worden tijdens een digitale zitting. Daarnaast gaat er op het technische vlak nogal wat mis door slechte verbindingen of mensen die slecht te verstaan zijn.[3] Dit zou het recht op een eerlijk proces kunnen schaden.
Positieve aspecten
Digitalisering binnen de rechtspraak, brengt ook positieve ontwikkelingen met zich mee. Zo wordt het gezien als een manier om de drempel naar de rechter lager te maken. Het stelt mensen in staat om deel te nemen aan juridische procedures zonder fysiek aanwezig te hoeven zijn in de rechtbank. Daarmee bespaart het ook kosten, zoals reiskosten en verloren werktijd. Daarnaast kunnen rechtszittingen flexibeler worden gepland door digitale platforms te gebruiken, wat handig kan zijn voor mensen met drukke schema’s.[4] Verder worden bij wat meer vergevorderde gedigitaliseerde zittingen documenten enkel online verstuurd, wat bespaart op tijd en kosten voor koeriersdiensten. Bovendien zal de procesdeelnemer direct digitaal toegang krijgen tot gerechtelijke procedures, waardoor je op elk moment de voortgang van de zaak kunt volgen.[5]
Onderzoekers van Pro Facto hebben op basis van case study’s en gesprekken met professionals in kaart gebracht of het mogelijk en wenselijk is om voorzieningen uit de tijdelijke wetgeving om te zetten in permanente regelingen.[6] De tijdelijke wet voorzag in de mogelijkheid voor het behandelen van zaken in bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures via elektronische middelen.[7] Afgelopen 1 juni 2023 zijn deze voorzieningen, met het opheffen van de laatste coronamaatregelen, vervallen. De ambitie om de digitale rechtspraak verder te gaan ontwikkelen in 2024 met een geheel digitale zittingszaal is in volle gang.[8] Maar wat vindt de praktijk daarvan?
Ervaringen uit de rechtspraak
In het ledenmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) van het voorjaar van 2022 is het digitaliseren van de rechtszitting uitvoerig besproken. In het magazine staan ervaringen met online zittingen uit de rechtspraak beschreven, die ik graag kort wil aanhalen.
Bij hybride zittingen, waarbij de ene partij wel fysiek aanwezig is en de andere partij online, zijn civiele zaken snel onevenwichtig. Hierbij komt de ‘equality of arms’ in het gedrang. Daarnaast kom je via een onlineverbinding erg snel bij mensen in hun privéruimtes. Bij dit soort zittingen kan vaak de online aanwezige partij alleen de rechter zien en niet de andere partij. Dit is een nadeel. Ook kan slechts één persoon tegelijk spreken, waardoor het bijvoorbeeld in het geval van een emotionele uitbarsting lastig kan zijn. In dat geval zal de rechter de betreffende persoon moeten dempen. Fysiek is het makkelijker om met iemands emoties om te gaan. Uit de ervaringsverhalen blijkt ook dat een digitale zitting vaak niet geschikt is voor kwetsbare partijen, denk aan de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WvGGZ). Hierbij heb je te maken met verstandelijk beperkte mensen en zij begrijpen niet altijd hoe dit allemaal werkt.
Een strafrechter haalt in het artikel aan dat het online wat gestructureerder moet aangezien je wilt voorkomen dat partijen door elkaar gaan praten. Je gaat partijen dan dus de beurt geven. Ook ziet de rechter dat er in het strafrecht veel mogelijkheden zijn om online te gaan werken. Denk hierbij aan zaken waarbij buitenlandse partijen zijn betrokken of korte hoorzittingen waarbij de verdachte vier uur in een busje moet zitten om vervolgens uren in het cellencomplex te wachten om daarna tien minuten te worden gehoord. Daarnaast is de verleiding groot om zaken online te doen. Dit komt doordat de rechter online wel 10 zaken kan afdoen, terwijl fysiek dit er maximaal 6 zijn. Ook zijn er gevallen waarin partijen thuis meer op hun gemak leken dan in de rechtbank.[9]
Toekomst: wettelijke regeling
Op dit moment is de wettelijke regeling omtrent digitale zittingen alleen te vinden in procesreglementen van de verschillende rechtsgebieden. Uit deze procesreglementen van de rechtbank blijkt: ‘zittingen zijn fysiek, tenzij…’. De rechter bepaalt of een zitting online plaatsvindt, ook als partijen hier niet mee akkoord zijn. De rechter oordeelt dit met inachtneming van artikel 6 EVRM en maakt gebruik van een afwegingskader. Dit kader betreft een set interne en externe spelregels voor online procederen, wat zorgt voor een nodige wettelijke basis voor digitaal procederen. Dit afwegingskader wordt begin 2024 verwacht volgens het jaarplan van de Rechtspraak.[10] Vooralsnog is deze er niet.
Conclusie
Het inzetten van online rechtszittingen staat op gespannen voet met de fundamentele rechten van de verdachte. Voor het goed functioneren van online rechtszittingen is er dan ook meer nodig dan alleen een soepele omgang met het videobellen. Er zijn verschillende aandachtspunten waar rekening mee moet worden gehouden. Het is namelijk maar de vraag of de rechter wel het laatste woord moet hebben, zeker als de verdachte helemaal geen online zitting wilt. Ook in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures is een online zitting nooit hetzelfde als een fysieke zitting. Denk bijvoorbeeld aan de emoties, waar eigenlijk nauwelijks ruimte voor is in een online zitting. Voor een rechter wordt het heel lastig om gedrag, houding en emotie van procesdeelnemers te ‘lezen’. Ook is het belang van de openbaarheid en privacy een bijzonder aandachtspunt voor de rechtspraak. Naar mijn mening zullen voor kwetsbare groepen online zittingen niet baten doordat een proces al ingewikkeld genoeg is voor deze groepen, laat staan dat dit ook nog online moet plaatsvinden. Tegelijkertijd heeft het gebruik van online rechtszittingen voordelen. Denk bijvoorbeeld aan efficiëntie. Online zittingen gaan veel sneller, waardoor er meer rechtszittingen op één dag kunnen plaatsvinden. Daarnaast kan dit ook een hoop reistijd schelen waardoor procesdeelnemers sneller toegang hebben tot de rechtspraak. Ook voor mensen uit het buitenland of mensen die slecht ter been zijn, kan het een goed alternatief zijn. Van belang is dat de Rechtspraak op korte termijn een definitieve wettelijke basis vormt waar de hiervoor genoemde rechtsbeginselen en uitgangspunten worden gewaarborgd. Kortom, er zijn volop uitdagingen maar zeker ook kansen.
[1] ‘Online zittingen’, advocatenorde.nl.
[2] ‘Virtuele en Hybride zittingen’, acolad.nl.
[3] Artikel 38 de Tijdelijke wet Covid-19 Justitie en Veiligheid.
[4] Y. Buruma, Het nieuwe normaal, NJB 2020/1383, 2 juni 2020.
[5] ‘Rechtspositie in het geding bij digitale zittingen’, mr-online.nl
[6] ‘Politiek, samenleving en rechtspraak: vertrouwen in digitale zittingen’, njb.nl.
[7] ‘Digitaal procederen: de voordelen voor u’, thelawfactor.nl
[8] ‘Samenvatting: Ervaringen met elementen uit de tijdelijke COVID-19-wetgeving Justitie en Veiligheid’, repository.wodc.nl
[9] Paragraaf 2 Tijdelijke wet Covid-19 Justitie en Veiligheid.
[10] ‘Politiek, samenleving en rechtspraak: vertrouwen in digitale zittingen’, njb.nl.
[11] ‘Recht via de webcam’, nvvr.org
[12] Jaarplan 2024 Rechtspraak, p. 22.
The post De toekomst van digitale hoorzittingen appeared first on Bulletineke Justitia.