Bulletineke Justitia
U bent hier:

De noodkreet van de sociale advocatuur

‘Veertig procent van de mensen in Nederland is niet of nauwelijks in staat uit eigen buidel een advocaat te bekostigen. We willen toch niet in een land leven waar alleen mensen die heel rijk zijn juridisch kunnen worden bijgestaan? Maar daar stevenen we op deze manier wel op af.’[1] SP-Kamerlid Michiel van Nispen waarschuwt voor de opkomst van een klassenjustitie. Dit houdt in dat meer vermogenden, vanwege hun toegang tot geld, bevoorrecht zijn bij juridische procedures. Dit willen we uiteraard voorkomen in ons land waar rechtsgelijkheid een centrale plek inneemt. Ook minvermogenden moeten in staat zijn hun recht te halen bij de rechter. Zij kunnen dit momenteel bewerkstelligen door een sociale advocaat in te schakelen. De vraag is echter hoelang dit nog een optie is. De sociale advocatuur heeft de laatste tijd namelijk veel moeite om financieel het hoofd boven water houden. Meerdere advocaten moeten daardoor stoppen met het werken op toevoeging. Dit heeft onwenselijke gevolgen voor de Nederlandse burgers en onze rechtsstaat, zoals de mogelijke opkomst van een klassenjustitie. 

Wat doet de sociale advocatuur?

De sociale advocatuur is een belangrijk onderdeel van ons rechtssysteem. Zonder de sociale advocaten zou rechtsbijstand voor veel Nederlanders niet te betalen zijn. Sociale advocaten werken namelijk op toevoegingsbasis, wat inhoudt dat de overheid een gedeelte van de advocaatkosten betaalt voor de rechtshulpbehoevende.[2] De rechtshulpbehoevende hoeft dus maar een (klein) gedeelte zelf te betalen. Zonder toevoeging van de overheid had de rechtshulpbehoevende de advocaatkosten niet kunnen betalen en daardoor hoogstwaarschijnlijk geen advocaat ingeschakeld. Een degelijke toegang tot een advocaat en daarmee de rechter bevordert de rechtvaardigheid binnen ons land. Het spreekt daarom voor zich dat de gesubsidieerde rechtsbijstand en daarmee de sociale advocaten een ontzettend nuttige bijdrage leveren aan onze maatschappij. 

Lage vergoeding

De maatschappelijke relevantie van de sociale advocatuur kan men echter niet terugvinden in de vergoeding die deze advocaten voor hun werk ontvangen. De vergoeding dekt namelijk lang niet alle gemaakte werkuren van een sociale advocaat. Sociale advocaten geven aan dat hun werkdruk ontzettend hoog is. Ze zetten zich volledig in om hun cliënten zo goed mogelijk bij te kunnen staan, waardoor zij veel overuren maken.[3] De financiële vergoeding die hier vanuit de overheid tegenover staat, doet geen recht aan de hoeveelheid werk die er in de zaak heeft gezeten. Deze lage vergoeding blijkt een enorm knelpunt te zijn met mogelijk extreme gevolgen. Uit een enquête van de SP is namelijk gebleken dat bijna 70 procent van de sociale advocaten wel eens heeft overwogen om te stoppen met het werken op toevoeging.[4] Dit percentage is exorbitant hoog, vooral vanwege de zojuist vastgestelde maatschappelijke relevantie van het vak. De hoge werkdruk in combinatie met de lage vergoeding creëert bij sommige sociale advocaten het idee dat zij beter kunnen stoppen met werken op basis van een toevoeging.[5] Dit is uiteraard zeer onwenselijk voor onze maatschappij.

Gevolgen inkrimping 

Een vermindering van het aantal sociale advocaten zou extreme gevolgen hebben voor burgers. Circa 40 procent van de Nederlanders maakt namelijk gebruik van de sociale advocatuur omdat zij zelf niet of nauwelijks in staat zijn om deze kosten te betalen.[6] Gemiddeld kost een advocaat namelijk tussen de €200 en €300 per uur. Vervolgens zal een advocaat zich volledig inspannen, waardoor hij zo een aantal uren kwijt is met het behandelen van de zaak. Dan komen er ook nog kosten voor de rechtszaak bij, zoals griffierechten. Natuurlijk is het afhankelijk van het soort zaak dat gevoerd wordt, maar al gauw lopen de kosten voor een procedure voor veel burgers de spuigaten uit. Het zijn uiteindelijk de Nederlandse burgers die de dupe zullen worden van de inkrimping van de sociale advocatuur doordat zij zonder gesubsidieerde rechtsbijstand de gang naar de rechter vanwege het kostenplaatje onverlet moeten laten.

Nieuwe generatie advocaten

Het huidige beeld van de sociale advocatuur heeft ook gevolgen voor de instroom van nieuwe advocaten. SP-Kamerlid Michiel van Nispen waarschuwde al voor het weinig aantrekkelijke plaatje van de sociale advocatuur dat nu ontstaat voor jonge rechtenstudenten, wat kan leiden tot een grote afname van rechtsbijstandsadvocaten.[7] En deze waarschuwing is spijtig genoeg terecht. Uit een enquête van de Nederlandse Orde van Advocaten blijkt dat slechts 5 procent van de nieuwe advocaten ervoor kiest om de sociale advocatuur te betreden.[8] Uit de enquête blijkt dat de voornaamste reden om zich niet aan de sociale advocatuur te wagen wederom de lage vergoeding voor het werk is. Deze vergoeding maakt het in de ogen van toekomstige advocaten financieel moeilijk of zelfs onmogelijk om met een praktijk het hoofd boven water te houden.[9] Als de sociale advocatuur in omvang vermindert omdat de uitstroom van advocaten groter is dan de instroom, zal het toekomstperspectief binnen de sociale advocatuur er niet beter op worden. Er ontstaat hierdoor een vicieuze cirkel die we zo snel mogelijk moeten zien te doorbreken. 

Toekomstplannen

Er is dus meer geld nodig om de sociale advocatuur staande te houden. Hier wordt al jaren voor gepleit. Momenteel lijkt er iets aan de noodkreet gedaan te worden. Demissionair minister Dekker voor Rechtsbescherming heeft namelijk een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aankondigt dat er in 2022 €154 miljoen wordt uitgetrokken voor de sociale advocatuur.[10] Het kabinet laat met deze investering zien dat goede rechtsbescherming voor on- en minvermogenden belangrijk is. Ook de regering wil een klassenjustitie dus voorkomen. Bernard de Leest, sinds 2013 portefeuillehouder gefinancierde rechtsbijstand in de algemene raad van de Orde van Advocaten, sprak in een reactie in ieder geval van ‘een overwinning voor de rechtzoekende’.[11] “Door de structureel te lage vergoedingen in de rechtsbijstand hebben de afgelopen jaren steeds meer sociaal advocaten het stelsel de rug toegekeerd,” zei hij. “Hierdoor werd het steeds moeilijker voor rechtzoekenden om een advocaat voor hun zaak te vinden. Met deze investering door het kabinet krijgen sociaal advocaten een redelijke beloning voor hun maatschappelijk belangrijke werk. Daarmee komt er hopelijk een einde aan de leegloop van de sociale advocatuur en kunnen rechtzoekenden straks de bijstand vinden waar ze recht op hebben.”[12]

De vraag is echter of deze stap genoeg is om de sociale advocatuur er volledig bovenop te krijgen. Het is namelijk essentieel dat deze steun structureel blijft terugkeren. De sociale advocaten kunnen voor nu in ieder geval rustig ademhalen. Het ziet er (gelukkig) niet naar uit dat we binnenkort te maken krijgen met een klassenjustitie. De sociale advocaten kunnen hun relevante werk blijven doen en krijgen hier nu een meer gepaste vergoeding voor, zodat zij niet meer gedwongen worden om vanwege het financiële aspect met het werken op basis van een toevoeging te stoppen. Door deze investering blijft rechtsbijstand gelukkig nog steeds voor iedere Nederlander, vermogend of minvermogend, goed toegankelijk. 


[1] ‘70 procent sociaal advocaten dreigt met werk te stoppen’, Intermediair z.j.

[2] S. Kaya, ‘De sociale advocatuur staat op de tocht. Hoezo ‘betere rechtsstaat’?’, Mr. Online 21 december 2020.

[3] ‘70 procent sociaal advocaten dreigt met werk te stoppen’, Intermediair z.j.

[4] M. van Nispen, ‘De staat van de sociale advocatuur. Een onderzoek onder sociaal advocaten’, p. 5.

[5] K. van Teeffelen, ‘Te veel advocaten stoppen met rechtsbijstand vanwege lage tarieven’, Trouw 26 augustus 2019.

[6] M. van Es, ‘Wat als de sociale advocatuur niet meer sociaal kan zijn?’, Rechtencircuit.nl 9 oktober 2020.

[7] ‘70 procent sociaal advocaten dreigt met werk te stoppen’, Intermediair z.j.

[8] ‘Advocaat-stagiairs zien voor zichzelf geen toekomst in rechtsbijstand’, Nederlandse Orde van Advocaten 6 november 2019.

[9] ‘Enquête over de vooruitzichten van stagiairs van de Beroepsopleiding Advocatuur op het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand’, p. 4-5.

[10] ‘Kamerbrief over verbetering vergoedingen voor rechtsbijstandverleners in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand’, Nederlandse Orde van Advocaten 2 november 2021.

[11] ‘154 miljoen euro erbij voor gefinancierde rechtsbijstand’, Advocatie 31 augustus 2021.

[12] ‘154 miljoen euro erbij voor gefinancierde rechtsbijstand’, Advocatie 31 augustus 2021.

The post De noodkreet van de sociale advocatuur appeared first on Bulletineke Justitia.