Schiphol, een politiek beladen onderwerp dat de gemoederen al enkele jaren bezighoudt. Groeien, krimpen of toch uitwijken naar Lelystad Airport? Hoewel de discussie rustig voortkabbelt, nam het kabinet reeds verschillende besluiten een krimp te bewerkstelligen.[1] Al ruim acht jaar overtreedt Schiphol de wet door “handhavingspunten voor geluidsoverlast” te overschrijden, zo erkent ook minister Harbers van ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Schiphol ligt in een van de drukste gebieden van Nederland, een sterk verstedelijkt gebied. Omwonenden hebben last van geluid en stank. Daarnaast ondervindt ook de omliggende natuur schade van de uitstoot van onder meer stikstof. Gemeente Amsterdam is het zat; zo bleek uit een interview met luchthavenwethouder Van Buren. In het interview van het Parool sprak Van Buren klare taal: “Ik ben van huis uit niet zo activistisch, maar als het erop aankomt, zijn we vanaf nu een activistische aandeelhouder van Schiphol”, aldus de wethouder.[2] Steeds vaker zie je de activistische aandeelhouder opduiken. Welke instrumenten zijn er voor deze aandeelhouder om invloed uit te oefenen op het bestuur van de organisatie? In dit artikel zet ik een aantal aspecten op een rij.
Inleiding
Het ondernemingsklimaat in Nederland is de afgelopen jaren sterk veranderd, met name door de invloeden van grote ondernemingen op het klimaat. Neem bijvoorbeeld het veelbesproken Tata Steel in IJmuiden. Of de historische dag 1 december 2020 in de rechtbank van Den Haag, waar Shell werd teruggefloten zich te houden aan ongeschreven recht, dat met name wordt ingekleurd door VN-verdragen en mensenrechten.[3] Daarnaast timmeren ze ook in Brussel behoorlijk aan de weg, met onder andere de Green Deal van voormalig EU-commissaris Timmermans en de nieuwe CSRD-richtlijn.[4] Ook binnen (beurs)vennootschappen neemt de wens van aandeelhouders tot duurzaam ondernemen alsmaar toe. Zoals je weet kennen we de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), waar de aandeelhouder zijn zegje kan doen. In de AVA ligt een aantal belangrijke wettelijke rechten van de aandeelhouder besloten. Echter, besluiten worden alleen genomen bij meerderheid. Om terug te komen op het hiervoor besproken voorbeeld: Amsterdam heeft slechts 20% van de aandelen in Schiphol Group N.V.[5], dus hoe is zij in staat om haar invloed uit te oefenen op de onderneming? In deze bijdrage beperk ik mij tot de regelgeving van de N.V.
Bijwonen AVA
Aandeelhouders brengen kapitaal in. Daar willen zij uiteraard iets voor terug. Om te beginnen hebben alle aandeelhouders krachtens artikel 2:117 lid 1 BW de bevoegdheid om de AVA bij te wonen, daar het woord te voeren en zijn stemrecht uit te oefenen. Certificaathouders hebben in de regel ook – met uitzondering van het stemrecht – deze bevoegdheden (lid 2). In principe is het hebben van één aandeel – er kunnen immers honderden miljoenen aandelen uitstaan – voldoende om deze bevoegdheden uit te oefenen. Het bijwonen van de AVA is voor de aandeelhouder de eerste stap om zijn invloed uit te oefenen, maar op deze manier kan hij nog geen doortastende besluiten teweegbrengen. Daarom heeft de Wetgever een aantal rechten geschapen waarmee de aandeelhouder wél invloed kan uitoenen: het agenderingsrecht, het stemrecht en het spreek- en vragenrecht.
Agenderingsrecht
Een van de belangrijkste bevoegdheden van de aandeelhouder is de bevoegdheid om een punt op de agenda van de AVA te zetten. Deze bevoegdheid vloeit voort uit artikel 2:114a BW. De agenda voor de AVA bepaalt de scope van die vergadering, nu in beginsel slechts rechtsgeldig kan worden besloten over punten die op de agenda zijn vermeld.[6] De vereisten voor een dergelijk verzoek zijn als volgt: (1) een schriftelijk verzoek (2) door de houders van aandelen die alleen of gezamenlijk ten minste 3% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, (3) dat is ingediend minstens zestig dagen voor aanvang van de AVA. Deze bevoegdheid is allerminst onbegrensd[7], maar is nog steeds een krachtig wapen. De mogelijkheid van beïnvloeding van de opgestelde agenda vergroot de feitelijke macht van de aandeelhouders.
Stemrecht
Het stemrecht is neergelegd in artikel 2:118 BW. Slechts aandeelhouders bezitten stemrecht. Iedere aandeelhouder heeft in de regel ten minste één stem (lid 1). Zoals reeds genoemd kan er alleen over geagendeerde punten rechtsgeldig worden besloten. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of de statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.[8] Met het stemrecht kan de aandeelhouder zijn invloed uitoefenen op de tijdens de AVA te nemen besluiten.
Spreekrecht
Naast het agenderingsrecht kennen we ook nog het spreekrecht. De wettelijke basis voor het spreekrecht is vastgelegd in artikel 2:117 lid 1 BW. Op deze manier kan de aandeelhouder het woord doen tijdens de vergadering over een bepaald – wellicht door hem zelf geagendeerd – onderwerp. Van dit recht wordt dan ook dankbaar en veelvuldig gebruikgemaakt op vergaderingen. Ook dit recht is niet onbegrensd, want de voorzitter kan binnen de grenzen van de redelijkheid de spreektijd van aandeelhouders beperken. Aandeelhouders kunnen het woord worden ontnomen indien zij de regels van de vergadering niet in acht nemen of wanneer zij de goede orde verstoren.[9] Maar, niet getreurd: de voorzitter moet de aandeelhouder wel in staat stellen om van zijn spreekrecht gebruik te maken. De voorzitter moet namelijk een redelijke discussie toelaten. Als hij dat niet doet, gedraagt hij zich niet zoals in redelijkheid van hem verwacht mag worden.[10] Het gevolg kan zijn dat het besluit vernietigbaar is op grond van artikel 2:15 lid 1 sub b BW.
Afsluiting
Het Nederlandse ondernemingsrecht bevat verschillende instrumenten voor de aandeelhouder om invloed uit te oefenen op de besluitvorming binnen een (beurs)vennootschap. Zo kennen we de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), wat naast het bestuur een van de belangrijkste organen vormt van de vennootschap. De AVA geeft de aandeelhouder sterke bevoegdheden, waaronder het recht op aanwezigheid, het agenderingsrecht, het stemrecht en het spreekrecht. Met deze bevoegdheden kan de aandeelhouder invloed uitoefenen en dingen ter besluitvorming voorleggen. Deze bevoegdheden zijn niet onbegrensd, maar vormen een sterk wapen tegen het machtige bestuur van de vennootschap. Daarmee kan de aandeelhouder daadwerkelijk het verschil maken, wellicht in de toekomst ook op het gebied van duurzaamheid.
[1] Zie hiervoor onder andere de Hoofdlijnenbrief Schiphol en Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
[2] Amsterdam wil krimp Schiphol: ‘Vanaf nu zijn we activistisch aandeelhouder’, nos.nl.
[3] Rb. Den Haag 26 mei, ECLI:NL:RBDHA:2021:5337.
[4] Richtlijn 2022/2464/EU (Corporate Financial Reporting Directive).
[5] Aandeelhoudersinformatie, schiphol.nl.
[6] GS Rechtspersonen, art. 2:114a BW, aant. A.
[7] Dat blijkt uit belangrijke rechtspraak. Zie hiervoor onder andere HR 9 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0967 (ASMI) en HR 20 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:652 (Boskalis/Fugro).
[8] Artikel 2:120 lid 1 BW.
[9] Huizink 2009, art. 13, aant. 11.
[10] Van der Heijden & Van der Grinten 1992, nr. 213.
The post <strong>De activistische aandeelhouder in actie</strong> appeared first on Bulletineke Justitia.