Het begrip contractvrijheid is een belangrijk uitgangspunt in verschillende rechtssystemen. Contractvrijheid brengt mee dat het men vrij staat om te kiezen óf ze een overeenkomst willen sluiten, en zo ja, met welke partij, met welke inhoud en in welke vorm ze de overeenkomst willen sluiten.[1] Contractvrijheid is in Nederland en het Verenigd Koninkrijk een belangrijk beginsel dat ten grondslag ligt aan het verbintenissenrecht van beide rechtssystemen. In beide rechtssystemen kent de contractvrijheid beperkingen. Daarnaast bestaan er verschillende benaderingen in beide rechtssystemen met betrekking tot de toepassing van contractvrijheid.
De verschillen kunnen van belang zijn wanneer bijvoorbeeld een (rechts)persoon in Nederland een contract wil sluiten met een partij in het Verenigd Koninkrijk.
Contractvrijheid in Nederland
De gangbare omschrijving van contractvrijheid luidt: ‘de kring die het recht personen laat, waarbinnen zij naar vrije verkiezing overeenkomsten mogen aangaan”.[2] Personen zijn dus vrij om overeenkomsten te sluiten en de inhoud van contracten naar eigen invulling te bepalen. Het klinkt alsof de contractvrijheid grenzeloos is, maar er zijn verschillende juridische kaders die de beperkingen aan contractvrijheid stellen.
Bepalingen van dwingend recht beperken te contractvrijheid. Denk aan regels ter bescherming van de consument of van een huurder. In rechtsverhoudingen zoals huurder-verhuurder is er vaak een zwakkere partij. Het wordt niet wenselijk geacht om hier geen grenzen aan contractvrijheid te stellen omdat de zwakkere partij daar hoogstwaarschijnlijk nadeel van zal ondervinden.
De redelijkheid en billijkheid uit artikel 6:248 BW perkt de contractvrijheid in zoverre in dat partijen zich redelijk moeten gedragen en daarmee dus geen onredelijke bedingen in contracten mogen worden opgenomen. Daarnaast mogen bepalingen niet in strijd zijn met de wet, openbare orde of goede zeden. Is dat wel het geval, dan verklaart de wet zulk soort bepalingen nietig.
Wanneer twee partijen gaan contracteren geldt contractvrijheid voor beide partijen. In zekere mate beperkt de contractvrijheid van de ene partij die van de andere partij. In onderhandelingen zullen partijen grenzen stellen aan wat de andere partij wil. Een concessie zal in de meeste gevallen de uitkomst zijn en daarmee worden bepaalde grenzen gesteld.
Contractvrijheid in het Verenigd Koninkrijk
Contractvrijheid in het Verenigd Koninkrijk is een kernprincipe van het Engelse contractenrecht en wordt sterk beïnvloed door de common law-traditie. De common law-traditie baseert zich sterk op rechterlijke uitsprake en precedenten, waarbij er een actieve rol voor de rechter is weggelegd als het gaat om rechtsvorming. Dit verschilt met de in Nederland bekende civil law-traditie, waar gecodificeerde wetten de boventoon voeren en waar rechters de wet toepassen in plaats van interpreteren of creëren. Voor de contractvrijheid in het Verenigd Koninkrijk houdt dit in dat partijen in principe vrij zijn om overeenkomsten naar eigen inzicht vorm te geven, zonder overheidsinmenging. Het Engelse recht hecht veel waarde aan de “sanctity of contract”, oftewel de bindende kracht van contracten: eenmaal gesloten contracten moeten worden nageleefd, tenzij er wettelijke of rechterlijke uitzonderingen zijn. Een drietal belangrijke kenmerken van contractvrijheid in het Verenigd Koninkrijk zijn de volgende:
- Engelse rechters hanteren een objectieve benadering bij het uitleggen van contracten. De tekst van het contract is leidend en is dus ook wat partijen tot elkaar zijn verplicht. Minder belangrijk is wat partijen hebben hebben bedoeld of wilden bereiken met het sluiten van een contract.[3] Dit blijkt ook uit de parol evidence rule: Deze regel houdt in dat buitencontractuele verklaringen of afspraken niet mogen worden gebruikt om het contract te wijzigen, aan te vullen of uit te leggen.[4]
- Het principe van de “Caveat Emptor”: de koper is zelf verantwoordelijk voor het controleren van een contract en de voorwaarden van een overeenkomst.[5] De rechter is daarmee ook minder snel geneigd te corrigeren op basis van rechtvaardigheid zoals wij dat kennen met redelijkheid en billijkheid.
- Contractvrijheid in het Verenigd Koninkrijk kent echter wel een aantal beperkingen. Zo is er de Unfair Contract Terms Act (UCTA) die oneerlijke of buitensporige uitsluitingsclausules beperkt, of de Consumer Rights Act die de consument beschermt tegen oneerlijke contractvoorwaarden. Ook is een beperking op de contractvrijheid mogelijk in het geval van bedrog of misleiding.
Belangrijke verschillen tussen beide systemen
Hoewel zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk contractvrijheid als basisprincipe hanteren, zijn er belangrijke verschillen in de manier waarop die wordt ingevuld en beperkt. In Nederland wordt contractvrijheid begrensd door het beginsel van redelijkheid en billijkheid, zoals vastgelegd in artikel 6:248 BW. Dit betekent dat rechters contractbepalingen kunnen aanpassen of buiten toepassing kunnen laten als deze als onredelijk worden beschouwd. In het Verenigd Koninkrijk ontbreekt dit en wordt de tekst van het contract strikter geïnterpreteerd.
Daarnaast kent Nederland uitgebreide bescherming voor zwakkere partijen, zoals consumenten en werknemers, mede onder invloed van Europese regelgeving. In het VK geldt het principe van caveat emptor, oftewel “de koper is zelf verantwoordelijk voor het controleren van de bepalingen en de voorwaarden van het contract”, tenzij specifieke wetgeving zoals de Consumer Rights Act of de UCTA van toepassing is.
Ook de manier waarop contracten worden geïnterpreteerd verschilt aanzienlijk. Nederlandse rechters kijken naar de bedoelingen van partijen en de context van de overeenkomst, terwijl Engelse rechters vooral uitgaan van de letterlijke tekst en zich minder laten leiden door externe factoren, zoals blijkt uit de parol evidence rule.
Bovendien heeft de rechter in Nederland de mogelijkheid om een contract aan te passen of buiten toepassing te laten als een bepaling als onredelijk bezwarend wordt beschouwd, terwijl in het VK contractvrijheid doorgaans zwaarder weegt en rechters minder snel ingrijpen. Samengevat biedt Nederland meer bescherming en flexibiliteit binnen contractvrijheid, terwijl het VK een formelere en strengere interpretatie hanteert.
Beide landen hanteren en het principe van contractvrijheid, maar de verschillende tradities brengen een andere invulling van contractvrijheid mee. In Nederland lijkt meer ruimte om een contract aan te passen en lijken er meer grenzen gesteld aan contractvrijheid. In het Vereningd Koninkrijk zie je een ruime contracrvrijheid waar veel verantwoordelijkheid bij de contractspartijen ligt om niet benadeeld te worden door een contract. Dit komt vooral tot uiting in de beschermingsfuncties die het Nederlandse systeem kent en de stricte uitleg van contracten in het Verenigd Koninkrijk.
[1] Houben 2017, p. 602.
[2] Den Tonkelaar 2000.
[3]“Verschillen tussen Engels en Nederlands contractenrecht Interpretatie van de overeenkomst”, VanDoorne.com.
[4] “What does “Caveat Emptor” mean’, Findlaw.com.
[5] ‘Parol Evidence Rule’, Law.Cornell.edu.