De Dilemma’s van de schietende agent

Het gebruik van geweld door de politie is een onderwerp dat vaak het nieuws weet te bereiken. Gesteld kan worden dat het imago van de politie er niet op vooruit is gegaan de afgelopen jaren. Denk aan Mitch Henriquez, de Arubaan die overleed tijdens zijn arrestatie nadat hij tegen agenten had geroepen dat hij een wapen bij zich droeg. De situatie die daarna ontstond deed denken aan de protesten na dood van de Amerikaanse tiener Trayvon Martin. Reden voor de demonstraties was het buitensporige geweld van de politie en een mogelijk racistisch motief. In de ogen van de demonstranten komen agenten te vaak weg met ‘vrijspraak’, terwijl er sprake zou zijn van moord.[1] Toch kan ook de veroordeling van een agent leiden tot verontwaardiging. Dit gebeurde bij een zaak waarbij een agent met zijn pistool richtte op de bestuurder van een auto, maar in plaats daarvan de bijrijder raakte. Hij verklaarde dat hij zich bedreigd voelde maar de rechtbank verwierp het beroep op noodweer. De agent werd veroordeeld tot twee jaar onvoorwaardelijk, een uitspraak die ‘opmerkelijk’ werd genoemd.[2] Vooral het feit dat de agent als crimineel werd weggezet schoot bij een hoop mensen in het verkeerde keelgat. Na de uitspraak volgde veel steun voor de agent. Een paar dagen geleden werd bekendgemaakt dat deze agent in hoger beroep is vrijgesproken.[3]

De politie heeft met het geweldsmonopolie een sterk wapen in handen. Daarom is het goed om, gelet op de hedendaagse discussies, te weten hoe het gebruik van geweld door de politie wordt beoordeeld en welke dilemma’s daarbij een rol spelen.

Het wettelijk kader

Op grond van artikel 7 van de Politiewet is het agenten in het kader van de rechtmatige uitoefening van hun taak toegestaan om geweld te gebruiken. Ook hier komen de begrippen proportionaliteit en subsidiariteit bij kijken, met name in lid 1 en lid 5 van artikel 7. Dit betekent dat het gediende doel zwaarder moet wegen dan het geschonden belang en dat altijd gekeken moet worden naar de minst ingrijpende manier om dat doel te bereiken.[4] Wanneer je een agent uitscheldt, is het dus niet proportioneel en subsidiair als deze betreffende agent je te lijf gaat met een wapenstok.

Een ander belangrijk document is de ambtsinstructie voor de politie. Hierin staat nauwkeurig omschreven wanneer en op welke wijze de politie verschillende geweldsmiddelen mag inzetten. In sommige gevallen kan het handelen volgens deze wettelijke bepalingen alsnog een vervulling van een delictsomschrijving opleveren, waardoor er een bruggetje naar het strafrecht wordt gemaakt. Vaak kan de agent in zo’n geval beroep doen op een strafuitsluitingsgrond zoals noodweer, handelen volgens een wettelijk voorschrift of het opvolgen van een ambtsinstructie.[5]

Krijgt de agent in bovengenoemde situatie meteen de stempel van verdachte? Nee, de officier van justitie behandelt de agent als getuige tenzij het gebruik van geweld niet legitiem lijkt te zijn. Voor deze benadering wordt gekozen, omdat het vreemd is om een agent die handelt conform zijn bevoegdheid strafrechtelijk te veroordelen.[6] In dit kader is ook een nieuw wetsvoorstel ingediend waarin wordt gepleit voor een strafuitsluitingsgrond die rekening houdt met de bijzondere positie van de agent. De nadruk komt te liggen op het feit dat rechtmatig handelen door een agent als niet strafbaar wordt beschouwd. Gaat dit werkelijk verschil uitmaken? Op het eerste oog lijkt het vooral te gaan om een symbolische strafuitsluitingsgrond die agenten een hart onder de riem moet steken.[7] Maar, Van der Steur heeft nog meer plannen om de vervolging van agenten los te koppelen van het strafrecht voor ‘gewone burgers’. Uiteraard met meer voordeel voor de agent.

Niet iedereen is blij met deze nieuwe ontwikkelingen. Strafrechtadvocaat Richard Korver vreest dat agenten minder terughoudend kunnen worden met het gebruik van geweld. Ook een demonstratiegroep die actief was na de dood van Mitch Henriquez is bang dat de nieuwe regeling zal leiden tot een soort ‘licence to kill’ voor de politie.[8]

De Garantenstellung

We moeten niet uit het oog verliezen dat het geweldsmonopolie van de overheid ons als burger zeer kwetsbaar kan maken. Het is daarom belangrijk dat burger erop kunnen vertrouwen dat hier door de politie goed mee om wordt gegaan. Bij de beoordeling van een strafuitsluitingsgrond wordt de Garantenstellung als buitenwettelijke voorwaarde meegewogen. Dit wil zeggen dat de hoedanigheid van de verdachte, in dit geval de hoedanigheid van opsporingsambtenaar, een rol speelt.

Van een agent mag je verwachten dat hij een gedegen opleiding heeft gehad waardoor hij weet hoe hij in bepaalde situaties moet reageren. Daarnaast gaan we ervan uit dat het niveau van stressbestendigheid hoger is dan die van de gemiddelde burger. Het grote verschil is dat een burger hard weg moet rennen in gevaarlijke situaties, terwijl de agent juist de confrontatie aangaat. Hij moet niet alleen zichzelf, maar ook anderen beschermen tegen naderende dreiging.[9]

Dat er op papier staat hoe een agent moet handelen is mooi, maar dat betekent niet dat een agent in de realiteit geen complexe afwegingen moet maken. Dit resulteert soms in situaties waarin je onderbuik gevoel zich afvraagt of het niet anders kon, ondanks het feit dat de rechter tot vrijspraak (of tot ontslag van alle rechtsvervolging) heeft geoordeeld.

Neem nu de zaak van de 17-jarige Rishi die werd neergeschoten op station Den Haag Hollandspoor, omdat men dacht dat hij in het bezit was van een vuurwapen (dit bleek later een Blackberry te zijn). De desbetreffende agent schoot op een afstand van ongeveer zestien meter en raakte Rishi daarbij fataal in zijn hals. In dit soort zaken zie je vaak dat er maar een paar seconden zijn om de juiste keuze te maken.

De rechtbank kwam in deze zaak tot de conclusie dat er sprake was van ‘het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met de dood tot gevolg’. De agent richtte op de benen van Rishi en aanvaarde daarmee de kans dat hij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Omdat de agent handelde ter uitvoering van wettelijk voorschrift werd kon een beroep worden gedaan op artikel 42 Sr. Volgens de Officier van Justitie was er sprake van gerechtvaardigd aanhoudingsvuur. De rechtbank stelde vast dat de agent handelde binnen het kader van artikel 7 Politiewet. Rishi was aangemerkt als vuurwapengevaarlijk en rende weg van de agenten. Hierdoor was het onmogelijk om hem op een andere manier aan te houden en daarom is aan de subsidiariteitseis voldaan. Aan de proportionaliteit werd ook voldaan, omdat Rishi een gevaar vormde voor de agenten en voor anderen. Omdat de agent heeft geprobeerd zo gecontroleerd mogelijk te schieten, acht de rechtbank zijn gedrag redelijk en verantwoord, ondanks de risico’s die dit met zich meebracht. Deze conclusie leidde tot ontslag van alle rechtsvervolging.

Ondanks het feit dat de agent de risico’s zoveel mogelijk probeerde te beperken is het opmerkelijk om te lezen in het deskundigenrapport dat er (bijna) nooit oefeningen zijn met het schieten op bewegende personen. Volgens de agent richtte hij op zijn bovenbenen en uit het deskundigenrapport bleek dat er onvoldoende stabiliteit was tijdens het schot. Het is voor te stellen dat hierdoor twijfels ontstaan over de deskundigheid van agenten.[10]

Hetzelfde geldt voor de eerder genoemde zaak van de agent die schoot op een bijrijder. Het scheelde maar een paar centimeter of er was sprake geweest van een dodelijke afloop. In deze zaak was er sprake van een aanhouding van een ramkraker op een parkeerplaats bij een coffeeshop. Er ontstond in de ogen van de agent een dreigende situatie toen de bestuurder de parkeerplaats wilde verlaten en daarbij mogelijk de andere aanwezige agenten in gevaar kon brengen. Terwijl de auto reed, vuurde de agent, die zich aan de kant van de bijrijder bevond, een kogel af op de bestuurder. De agent heeft hierdoor willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij niet de bestuurder, maar de bijrijder zou raken. Volgens de rechtbank was er geen sprake van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding, omdat de bestuurder de agent noch zijn collega’s in gevaar bracht. Hierdoor werd het beroep op noodweer verworpen. [11]

Het hof is echter van mening dat er sprake was van een dreigende situatie omdat een van de agenten zich toch in de rijrichting van de auto bleek te bevinden. Het feit dat deze gevaarlijke situatie zich in een paar seconden afspeelt, vereist van een agent dat hij snel en adequaat handelt. Volgens het hof had de agent in deze situatie niet anders kunnen handelen. Het gevolg hiervan was dat er sprake is geweest van noodweer.[12]

Het feit dat er sprake is van noodweer neemt niet weg dat de agent grote risico’s heeft genomen door op zo’n korte afstand van het voertuig op de bestuurder te schieten. Deze handeling heeft bijna het leven van de bijrijder gekost. Dit bevestigt nogmaals om wat voor ingewikkelde situaties het kan gaan en hoe ernstig de afloop soms kan zijn.

Hoe staat het er voor in Nederland?

In Nederland is geen toename van het aantal doden door politiegeweld. Gemiddeld komen er jaarlijks drie mensen om het leven door politiekogels en dit schijnt al veertig jaar zo te zijn. Wel is het zo dat agenten in Nederland eerder geneigd zijn om een wapen te trekken.[13]

Is er ruimte voor verbetering? Als het aan politiewetenschapper Timmer ligt wel. Hij pleit voor een tuchtrechtelijk systeem voor de politie. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor zelfreflectie, genoegdoening voor het slachtoffer en andere correctiemogelijkheden. Het zou in tegenstelling tot het strafrecht, meer gelegenheid bieden om naar de specifieke situatie te kijken waarin het geweld plaatsvindt.[14]

Met alle wetsvoorstellen in de maak is het maar de vraag welke kant het opgaat met de beoordeling van politiegeweld. Aangenomen mag worden dat je in Nederland relatief veilig bent zolang je geen rare fratsen uithaalt in het bijzijn van een agent.

[1] http://www.volkskrant.nl/binnenland/om-vervolgt-twee-agenten-voor-dood-mitch-henriquez~a4379515/; https://afadenhaag.wordpress.com/2016/06/23/maandag-27-06-demonstratie-tegen-politiegeweld-en-herdenking-mitch-henriquez-in-den-haag/

[2] http://www.ad.nl/binnenland/politie-verbijsterd-om-2-jaar-cel-voor-schietende-agent~addeefa7/; http://www.telegraaf.nl/binnenland/24280034/__Toch_cel_voor_schietende_agent__.html

[3] Rechtbank Limburg 17 juli 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:6059; http://www.elsevier.nl/nederland/blog/2015/07/twee-jaar-cel-voor-schietende-agent-is-veel-te-zware-straf-2660368W/

[4] Sackers, in: T&C Strafvordering  2013, art 7 Politiewet 2012. (online bijgewerkt tot 1 september 2015)

[5] Sackers, in: T&C Strafvordering  2013, art 7 Politiewet 2012. (online bijgewerkt tot 1 september 2015); https://www.rijksoverheid.nl/documenten/richtlijnen/2007/05/08/ambtsinstructie-voor-de-politie

[6] Emaus, NTBR  2016/26, par. 4.3.

[7] http://www.baliebulletin.nl/de-stelling-gewelddadige-agent-niet-langer-strafbaar/

[8] http://www.ad.nl/nieuws/gewelddadige-politieagenten-geen-verdachte-onzinnig~aaba8095/; https://afadenhaag.wordpress.com/2016/06/23/maandag-27-06-demonstratie-tegen-politiegeweld-en-herdenking-mitch-henriquez-in-den-haag/#more-544

[9] Ten Voorde, DD 2008/56.

[10] Rechtbank Den Haag 23 december 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:18257.

[11] Rechtbank Limburg 17 juli 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:6059.

[12] Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 7 december 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5462.

[13]http://www.volkskrant.nl/binnenland/-politiegeweld-neemt-niet-toe~a4092600/; http://www.volkskrant.nl/binnenland/relatief-veel-doden-door-politiekogels~a372336/

[14] Emaus, NTBR  2016/26, par. 4.3.

Reageer op dit bericht

Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×