Oordeel rechter inzake de ‘prostitutiebankier’

Herinnert u zich nog de werkneemster van De Nederlandsche Bank, (hierna: ‘DNB’) die in opspraak kwam nadat bekend werd dat zij tevens werkzaam was als SM-meesteres c.q. prostituee? Hoe is het met haar afgelopen? Waarom is dit juridisch actueel?

Het is algemeen bekend dat DNB, het orgaan dat wettelijk belast is met het (prudentieel) toezicht op ondermeer de soliditeit van banken, de afgelopen jaren medewerkers in de financiële sector sterk is gaan screenen. Zo is onlangs de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsing uitgebreid en is in april jongstleden de bankierseed verplicht gesteld voor alle nieuwe bankmedewerkers. Desondanks bleek vorig jaar een vrouwelijke bankier een dubbelleven te leiden, waarin zij haarzelf onder het pseudoniem ‘Conchita van der Waal’ verhuurde als SM-meesteres en prostituee. De zaak is in juni 2014 voor het eerst bij DNB aan het licht gekomen door de inzending van twee anonieme brieven. Details van Conchita’s seksuele escapades zijn eerder dit jaar in de Quote gepubliceerd, waarna andere media de berichtgeving overnamen. De beschikking van de kantonrechter inzake het ontslag van de ‘dame die zich ook liggend staande zou houden’, is onlangs gepubliceerd.[1]

Stellingen van partijen

In deze procedure heeft DNB de rechtbank verzocht de arbeidsovereenkomst primair wegens gewichtige redenen te ontbinden, subsidiair wegens verandering van omstandigheden. Gewichtige redenen vindt DNB onder andere in het gebruik van werkneemsters e-mailadres bij DNB voor correspondentie met haar echtgenoot en derden inhoudende prostitutiegerelateerde onderwerpen en in de – tot recent – openbaar toegankelijke prostitutiewebsite van de werkneemster. Zij heeft hiermee de geldende interne regels van DNB geschonden ten aanzien van het gebruik van bedrijfsmiddelen, nevenactiviteiten en het voorkomen van reputatieschade. Ook het feit dat deze dame met haar acties chantabel is, weegt DNB zwaar mee.
De werkneemster, die in haar dagelijks leven onder andere inspectieteams leidt en toezicht op de ING en ABN Amro houdt, brengt als verweer in dat de zij slechts als een swinger leeft en de prostitutie gerelateerde documenten deel uitmaken van de fantasiewereld van haar echtgenoot en haarzelf. Zij stelt niet chantabel te zijn en verzoekt primair de ontbinding af te wijzen; subsidiair bij ontbinding een ontslagvergoeding van circa € 221.000,- toe te kennen.

De beoordeling

De kantonrechter oordeelt dat Conchita ernstig tekort geschoten heeft als werkneemster. Ondanks dat niet bewezen kan worden dat zij actief betrokken is bij prostitutie, heeft zij het beeld gecreëerd bij derden dat zij als bankmedewerker haarzelf actief prostitueert, hetgeen haar chantabel maakt. In aanvulling hierop heeft zij de interne regels van DNB overtreden. Hoewel dit geen dringende reden vormt, wordt haar arbeidsovereenkomst door de rechter ontbonden zonder toekenning van een ontslagvergoeding.

Wijziging ontslagrecht per 1 juli 2015

Onlangs is de Wet werk en zekerheid (hierna: ‘WWZ’) in werking getreden, hetgeen onder andere wijzigingen met zich brengt in het ontslagrecht. Één van de wijzigingen is dat alle werknemers in beginsel in aanmerking komen voor een vergoeding (de zogeheten transitievergoeding) mits zij (i) ten minste twee jaar in dienst zijn geweest en (ii) de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is beëindigd. De bedoeling van de wetgever is geweest om de vergoedingen met de WWZ lager te maken, maar werknemers vaker ervoor in aanmerking te laten komen. De transitievergoeding valt in de regel dan ook lager uit dan de voorheen gebruikte kantonrechtersformule voor ontslagvergoedingen.
De transitievergoeding wordt niet toegekend als er sprake is van ‘ernstig verwijtbaar handelen’ van de werknemer (art. 7:673 lid 7 sub c BW). Over de precieze definitie hiervan moet nog jurisprudentie volgen. Echter in het licht van het ontbreken van de dringende reden in deze zaak, is het dus goed mogelijk dat de vermeende ‘dame van lichte zeden’ wél een vergoeding toegekend zou zijn als de feiten een jaar later boven water gekomen waren. Dan voel je je pas gen…

[1] Rechtbank Amsterdam 5 november 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:9706 (gepubliceerd op 7 augustus 2015).

 

Reageer op dit bericht

Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×