Hoe kansrijk is de civiele procedure tegen vader ‘Ruinerwold-gezin’?
Het is inmiddels alweer enige tijd geleden dat er een afgezonderde familie in het plaatsje Ruinerwold werd aangetroffen. Heel Nederland keek toe hoe er steeds meer gruwelijke details over dit gezin naar buiten kwamen. Gerrit Jan van D. werd verdacht van onder andere gijzeling, vrijheidsberoving, seksueel misbruik en mishandeling van zijn negen kinderen. De vier oudste kinderen van het ‘Spook-gezin’ hebben inmiddels een documentaire gemaakt waarin miljoenen kijkers konden zien hoe zij hun jeugd hebben ervaren, hoe het eraan toe ging op de boerderij in Ruinerwold, maar ook de juridische stappen konden volgen die de kinderen hebben gezet. Op 15 april werd bekend dat de vier oudste kinderen een civiele procedure zouden starten tegen hun vader, omdat de strafzaak geen doorgang kon vinden. In hoeverre heeft een civiele procedure in dit geval kans van slagen?
Strafrechtelijke procedure
De negen kinderen van het gezin leefden jarenlang verborgen op verschillende plekken in Nederland. Zes van de negen kinderen zijn nooit aangegeven bij de burgerlijke stand, waardoor zij juridisch gezien niet eens bestonden. Toen het gezin in 2010 naar de boerderij in het Drentse dorp Ruinerwold verhuisde, waren de oudste drie kinderen het gezin al ontvlucht. In oktober 2019 ontvluchtte ook het vierde kind van het gezin de boerderij en sloeg alarm. Kort daarna werd de 68-jarige Gerrit Jan van D. door het Openbaar Ministerie beschuldigd van gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling van zijn negen kinderen en van seksueel misbruik van twee van hen vóór hun zestiende jaar. Van D. bouwde aan een eigen religie en haalde zijn inspiratie uit een Zuid-Koreaanse geloofsgenootschap.[1] Zijn ideeën over een zuiver gezin, over een vijandige wereld en een veilige wereld werden steeds extremer. Zo had hij sterke opvattingen over rein, onrein en bezetenheid door boze geesten. Dat leidde tot mishandelingen. Uit de documentaire van de vier oudste kinderen kwam naar voren dat hij boze geesten uit lichamen kon laten verdwijnen, maar ook geesten in de lichamen kon laten plaatsnemen. Over het seksueel misbruik verklaarden de twee kinderen dat ‘hij het idee had dat de geest van zijn vrouw in hun lichaam kwam en dat hij daarna verlangde dat zij seksuele handelingen bij hem verrichten’.[2]
In 2016 heeft Gerrit Jan van D. een beroerte (Cerebro Vasculair Accident, CVA) doorgemaakt. Als gevolg hiervan functioneren zijn hersenen niet meer goed, is hij halfzijdig verlamd en is zijn gezichts- en spraakvermogen aangetast. Hij kan, afgezien van het maken van enkele klanken, niet spreken. Zo is hij niet in staat zich tegen de vervolging te verweren of een verdedigingsstrategie te bepalen. Doordat de verdachte geen antwoord kan geven op gestelde vragen, die hij misschien wel zou begrijpen, zou voortzetting van de vervolging onder deze omstandigheden, blijkens de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, een schending van het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM opleveren.[3] Dit oordeelde de rechtbank, waarmee er abrupt een einde kwam aan deze strafzaak.
Civiele procedure
Na deze grote teleurstelling bij de kinderen van Gerrit Jan van D. starten de vier oudste kinderen nu een civiele rechtszaak tegen hun vader, in de hoop op genoegdoening en gerechtigheid. De procedure wordt gestart vanwege onrechtmatige daden die hij jegens zijn kinderen heeft gepleegd. Volgens artikel 1:247 BW hebben ouders zowel het recht als een plicht om hun minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Ouders dienen zorg te dragen voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind, de veiligheid van het kind en dat zij de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind bevorderen.[4] Het gaat hier om een doelbevoegdheid. Het ouderlijk gezag is weliswaar een aan de ouders toekomend recht, maar kan niet los worden gezien van de verplichting dat belang te dienen.[5] In het tweede lid van dit artikel wordt er nadere aanduiding gegeven aan wat er onder verzorging en opvoeding moet worden verstaan. Hierin staat vermeld dat in de verzorging en opvoeding van het kind de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling mogen toepassen. Hieronder vallen ook alle fysieke bestraffingen van kinderen. Geweld mag dus nooit een opvoedmiddel zijn en ouders hebben een plicht om hierover te waken. Hoewel artikel 1:247 BW geen zelfstandige grondslag biedt voor aansprakelijkheid, wordt aangenomen dat het via artikel 6:162 BW inkleuring geeft aan de beoordeling van de onrechtmatigheid.[6] Een beroep op art. 6:162 BW dient gehonoreerd te worden als er sprake is van handelen in strijd met een wettelijke plicht, door grove nalatigheid. Door het aanleggen van een ondergrens in artikel 1:247 BW kunnen ouders aansprakelijk worden gesteld voor onrechtmatig handelen. De schade die uit onverantwoord handelen en /of nalaten voortvloeit, dient in dat geval voor vergoeding in aanmerking te komen.
Anders dan bij de strafrechtelijke procedure zou de gemoedstoestand Van D. de dagvaarding niet in de weg staan. Op grond van artikel 1:165 lid 1 BW is de invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming geen beletsel om een onrechtmatige daad aan de dader toe te rekenen. Eventuele handelingsonbekwaamheid van Van D. zou hier niet eens van toepassing zijn. Handelingsonbekwaamheid komt namelijk alleen aan de orde indien Van D. rechtshandelingen zou hebben verricht. Het gaat hier echter niet om rechtshandelingen, maar feitelijke handelingen. Hoe de civiele procedure nu echt zou gaan lopen, blijft de vraag. Van D. dient namelijk een advocaat in te schakelen. Als ook tussen hen onvoldoende tot geen communicatie mogelijk is, zou dat nog een kink in de kabel kunnen vormen.
[1]J. Visser, ‘De ‘messias van Ruinerwold’ vond zijn religieuze inspiratie op het Zuid-Koreaanse platteland’, de Volkskrant 1 juli 2020.
[2]J. Villerius (Regisseur). De kinderen van Ruinerwold, Afl 3, 7 april 2021. Hilversum: NPO.
[3]Rb. Noord-Nederland 4 maart 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:671 18/930106-19.
[4]E.C.C. Punselie, ‘2. De plicht en het recht tot verzorging en opvoeding’, in: S.F.M. Wortmann (red.), Groene Serie Personen- en familierecht, Deventer: Wolters Kluwer.
[5]J. de Boer, W.D. Kolkman & F.R. Salomons, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 1. Personen- en familierecht. Deel I. De persoon, afstamming en adoptie, gezag en omgang, levensonderhoud, bescherming van meerderjarigen, Deventer: Wolters Kluwer 2020.
[6]A.M.L. Broekhuijsen- Molenaar, ‘Onrechtmatige daad in de relatie ouder-kind’, in: C.J.J.M. Stolker & W.L. Valk (red.), Als een goed huisvader. Opstellen aangeboden aan J.H. Nieuwenhuis, Deventer: Kluwer 1992, p. 133-148.
Recente reactie
Door: Noor Wekking
Beste Marc, Ontzettend bedankt voor uw reactie. Wij hebben de website link aangepast. Deze zou moeten werken! Met vriendelijke groet, BJ-online
Door: Marc
Mooi artikel en fijn dat de campagne Hey, het is oké genoemd wordt. Ik zie dat we website link niet werkt, de juiste is: www.heyhetisoke.nl
Door: Fenna Hofsté
Goedemorgen, Bedankt voor je reactie op dit artikel! Helaas is dit artikel alweer enige tijd geleden geschreven. Het beste kan uw zoon even contact leggen met International Office om huisvesting te zoeken in het buitenland. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Eindredacteur BJ-online
Door: Maree
In wat voor studentenhuis zat je en wat was hiervan de huur? Vraag dit voor mijn zoon, die in september naar Madrid wil voor een half jaar.
Door: Fenna Hofsté
Beste Ed, Bedankt voor je bericht. Wij geven via het BJ-online geen juridisch advies. Ik raad je aan even binnen te lopen bij het Juridisch Loket, je lokale rechtswinkel te raadplegen of een advocaat in de arm te nemen. Ik wens je veel succes! Groet, BJ-online