Samenvattingen verkopen, mag dat?

Samenvattingen maak ik in eerste instantie voor mezelf, als voorbereiding op het tentamen. Hierin komen de collegedictaten, literatuur, werkgroepaantekeningen, stappenplannen en jurisprudentie te staan. Toen ik merkte dat ook andere studenten deze samenvattingen fijn vonden, ben ik deze online gaan verkopen. Maar toen een ander bedrijf mij benaderde om mijn samenvattingen te kopen zodat zij deze grootschaliger konden produceren en verkopen, twijfelde ik. Mijn samenvattingen zijn opgebouwd uit werken van andere mensen. Zo neem ik gedeeltes uit handboeken over en typ ik wat een docent mij vertelt. Mag ik het werk van anderen wel bundelen om het vervolgens te verkopen? Hoe zit het met het auteursrecht van mijn docenten?


Het verveelvoudigen van een werk

Om te beginnen, is objectieve informatie niet auteursrechtelijk beschermd. Het begrip informatie wordt daarbij beperkt uitgelegd, het gaat om ‘feiten, gegevens, techniek en andere objectieve informatie waaraan geen vrije creativiteit te pas komt’.[1] De wijze waarop informatie wordt weergegeven of op een creatieve wijze wordt verzameld, kan dat wel zijn. Voor het juridische kader is allereerst artikel 1 van de Auteurswet (hierna Aw) van belang:

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk (…) om dit openbaar te
maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.[2]

Wat onder meer kan vallen onder zo’n werk wordt (niet limitatief) opgesomd in art. 10 lid 1 Aw. Daarin staat onder andere dat boeken (en andere geschriften) en mondelinge voordrachten hieronder kunnen vallen. Deze zijn auteursrechtelijk beschermd wanneer zij de toets van het eigen, oorspronkelijk karakter en de persoonlijke stempel zullen doorstaan.[3] Deze toetst ziet op de ontlening aan een ander werk en op de creatieve keuzes die zijn gemaakt; hierover later meer. De voorgeschreven literatuur, hoorcolleges en werkcolleges zijn dus in beginsel auteursrechtelijk beschermd (daarbij wordt er gemakshalve vanuit gegaan dat zij aan de vereisten voldoen). Het maakt daarbij niet uit of de informatie mondeling of schriftelijk wordt verstrekt. Enkel de maker mag deze werken verveelvoudigen. De volgende vraag is wanneer een werk wordt verveelvoudigd. Daar biedt art. 13 Aw uitkomst:

Onder de verveelvoudiging van een werk wordt verstaan (…)
iedere geheele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigden vorm,
welke niet als een nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt.[4]
 

Verveelvoudiging ziet dus niet alleen op het reproduceren van het oorspronkelijke werk, maar ziet ook op het bewerken of nabootsen ervan.[5] Dit is aan de orde bij het maken van samenvattingen. Van een bewerking is sprake bij bewuste dan wel onbewuste ‘ontlening’;  er moet zijn afgekeken van het oorspronkelijke werk en geen sprake zijn van een toevallige gelijkenis.[6] Verveelvoudiging van een bewerking door een ander dan de auteur is niet toegestaan.

Ontlening van (on)beschermde elementen

In het geval van een samenvatting is er vaak geen discussie mogelijk over de vraag of aan een ander werk is ontleend; dit is immers de essentie van een samenvatting. Als er sprake is van ontlening van auteursrechtelijk beschermde elementen, dan is daarmee sprake van een inbreuk op het auteursrecht. De specifieke verwoordingen van de auteur of zijn eigen inbreng mogen bijvoorbeeld in beginsel niet worden overgenomen. Wordt er veel ontleend, maar zijn deze elementen afzonderlijk auteursrechtelijk onbeschermd, dan is er in beginsel geen sprake van een inbreuk.[7] Denk daarbij aan informatie of het volgen van een bepaalde stijl.[8] Een samenvatting in eigen woorden van informatie opgeschreven of verteld door een ander zou daarmee geen inbreuk zijn op het auteursrecht.

Het kan echter zo zijn dat een combinatie van onbeschermde elementen ook auteursrechtelijk beschermd is.[9] Dit is de laatste hobbel die genomen dient te worden. Zo’n werk dient dan een persoonlijke stempel van de maker te dragen.[10] Wanneer er bij het weergeven van onbeschermde elementen, zoals informatie in een boek of hoorcollege, voldoende ruimte bestaat voor creatieve keuzes van de maker, kan het zijn dat ook de combinatie van deze onbeschermde elementen auteursrechtelijk beschermd is. Wanneer het boek of het hoorcollege een zodanige persoonlijk stempel van de maker bevat, kan het dus zijn dat de onbeschermde elementen toch niet in de samenvatting mogen worden opgenomen.

Op twee manieren kan er dus sprake zijn van een auteursrechtelijke bescherming; ofwel de elementen zelf zijn auteursrechtelijk beschermd, ofwel het op een bepaalde wijze weergeven van onbeschermde elementen levert een auteursrechtelijke bescherming op. Wanneer in de samenvatting andere creatieve keuzes gemaakt worden dan die van de oorspronkelijke auteur, en dit voldoende wordt gedaan, kan de samenvatting aangemerkt worden als een nieuw, oorspronkelijk werk wat verkocht mag worden. Maar wanneer is een samenvatting een nieuw, oorspronkelijk werk? Met andere woorden: wanneer zijn jouw creatieve keuzes dermate onderscheidend van het oorspronkelijke werk? Dan bevind je je al gauw in een grijs gebied in het auteursrecht.

Een nieuw, oorspronkelijk werk

Om te beoordelen of de samenvatting van het boek, de hoorcolleges en de werkgroepen aangemerkt kan worden als nieuw, oorspronkelijk werk, moet aansluiting worden gevonden bij een aantal algemene uitgangspunten van het auteursrecht. Daarbij gaat het er in de kern om of de maker van de samenvatting zich enkel heeft laten inspireren door het boek of het hoorcollege, of dat de samenvatting te weinig nieuws brengt en te weinig oorspronkelijk is om het aan te merken als ‘nieuw’ werk.[11] Het is lastig om dit aan vaste criteria te toetsen, nu de beoordeling sterk afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Dit is in grote mate aan de rechter.

De rechter beoordeelt dit aan de hand van het ‘totaalindrukkencriterium’, wat is geïntroduceerd in het arrest Decaux/Mediamax en is aangevuld in het Accordo/Tros-arrest. “Beoordeeld moet worden of het beweerdelijk inbreukmakende werk in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde trekken van het eerdere werk vertoont dat de totaalindrukken die de beide werken maken te weinig verschillen voor het oordeel dat het eerstbedoelde werk als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt”.[12]

Indien de totaalindrukken van de gemaakte samenvatting en de auteursrechtelijk beschermde werken te veel overeenstemmen, zal er inbreuk gemaakt worden op het auteursrecht. Bovendien is er dan geen sprake van een nieuw, oorspronkelijk werk, omdat de samenvatting te veel ontleent aan de auteursrechtelijk beschermde werken. Wel wordt in het Heertje/Hollebrand-arrest in de beoordeling meegenomen dat de aard van het werk kan meebrengen dat er weinig ruimte bestaat voor creativiteit. In een samenvatting dienen leerstukken nou eenmaal bepaalde informatie en bepaalde stappenplannen te bevatten die niet kunnen ontbreken. Wanneer uitgegaan wordt van de vuistregel dat de beschermingsomvang afneemt naarmate het werk zakelijker wordt (denk daarbij aan informatieve handboeken), is dit wellicht in het voordeel van de student.[13]

Uitzonderingen

Jurisprudentie
In juridische samenvattingen bevindt zich vaak ook een samenvatting van de bijbehorende jurisprudentie. Gelukkig mogen de bewoordingen van de Hoge Raad wel worden overgenomen. Deze zijn niet auteursrechtelijk beschermd. Art. 11 Aw sluit onder andere wetten, besluiten en rechterlijke uitspraken uit van het auteursrecht. Je hoeft je dus niet in allerlei bochten te wringen om de bewoordingen van de Hoge Raad om te zetten naar je eigen woorden. Dat zou ook niet gewenst zijn nu de woorden van de Hoge Raad vaak op de letter nauwkeurig geïnterpreteerd dienen te worden.

Citeren altijd een uitkomst?

Een beperking op het auteursrecht, is het citaatrecht dat is neergelegd in art. 15a Aw. Door te citeren is het wel mogelijk om gedeeltes van een werk letterlijk over te nemen. Daarvoor moet het citeren wel in overeenstemming zijn met hetgeen naar de regels van het maatschappelijke verkeer redelijkerwijs is geoorloofd en dienen het aantal en de omvang van de citaten door het te bereiken doel te zijn gerechtvaardigd.[14] Een fijne mogelijkheid om essentiële stukken te mogen kopiëren. Het is echter te kort door de bocht om te stellen dat wanneer juist geciteerd wordt, alles mag worden overgenomen. Zo kan een samenvatting bestaande uit enkel citaten waarschijnlijk niet worden aangemerkt als rechtmatig.

Conclusie

Hoe maak je nu een samenvatting die voldoet aan het auteursrecht? Allereerst wil ik nogmaals benadrukken dat informatie zelf niet beschermd is. Het ontlenen van informatie aan andere werken is daarmee toegestaan. De bewoordingen en de eigen inbreng van de auteur zijn daarentegen wel beschermd. Een student dient de informatie dus in eigen woorden weer te geven. Ook kan het zo zijn dat een combinatie van onbeschermde elementen toch beschermd is, omdat de auteur voldoende creatieve keuzes heeft gemaakt. Om ervoor te zorgen dat de samenvatting naar alle waarschijnlijkheid aan het auteursrecht voldoet, dienen andere creatieve keuzes gemaakt te worden, zodat de totaalindrukken dermate verschillen en de samenvatting aangemerkt kan worden als een nieuw, oorspronkelijk werk. Wat daarbij in het voordeel van de student kan werken, is dat de beschermingsomvang van het oorspronkelijk werk afneemt naarmate het werk zakelijker is. Nu de rechter zich over dit fenomeen nog niet concreet heeft uitgesproken, blijft het de vraag waar precies de grens ligt. Tot die tijd zullen studenten samenvattingen maken en verkopen zonder zeker te kunnen weten of dit in strijd is met het recht of niet.

 

[1] A.A. Quaedvlieg e.a., Serie recht in hoofdlijnen. IE-recht deel 1, Enschede: Academic Store 2017, p. 31 en 39.

[2] Zie art. 1 Auteurswet.

[3] HR 4 januari 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0104, IER 1991/38 (Romme/Van Dale, Grote Van Dale) en HR 30 mei 2008, ECli:NL:HR:2008:BC2153, NJ 2008/556 (Endstra).

[4] Zie art. 13 Auteurswet.

[5] D.J.G. Visser, ‘Commentaar op art. 13 Aw’, in: P.G.F.A. Geerst en D.J.G. Visser (red.), Tekst & Commentaar Intellectuele eigendom, Deventer: Wolters Kluwer 2017 (online in Kluwer Navigator).

[6] HR 21 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0513, NJ 1993/164 (Barbie/SIndy) en A.A. Quaedvlieg e.a., Serie recht in hoofdlijnen. IE-recht deel 1, Enschede: Academic Store 2017, p. 74-75.

[7] HR 29 november 2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE8456, NJ 2003/17 (TROS/Accordo).

[8] A.A. Quaedvlieg e.a., Serie recht in hoofdlijnen. IE-recht deel 1, Enschede: Academic Store 2017, p. 41.

[9] HR 22 februari 2013, ECLI:HR:2013:BY1529, NJ 2013/501 (Stokke/H3 Products).

[10] HR 22 februari 2013, ECLI:HR:2013:BY1529, NJ 2013/501 (Stokke/H3 Products).

[11] A.A. Quaedvlieg e.a., Serie recht in hoofdlijnen. IE-recht deel 1, Enschede: Academic Store 2017, p. 75-76 en HR 5 januari 1979, ECLI:NL:PHR:1979:AB7291, NJ 1979/339 (Heertje/Hollebrand).

[12] HR 29 december 1995, ECLI:HR:1995:ZC1942, NJ 1996/645 (Decaux/Mediamax) en HR 29 november 2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE8456, NJ 2003/17 (TROS/Accordo).

[13] D.J.G. Visser, ‘Commentaar op art. 13 Aw’, in: P.G.F.A. Geerst en D.J.G. Visser (red.), Tekst & Commentaar Intellectuele eigendom, Deventer: Wolters Kluwer 2017 (online in Kluwer Navigator) en HR 5 januari 1979, ECLI:NL:PHR:1979:AB7291, NJ 1979/339 (Heertje/Hollebrand).

[14] Zie art. 15a Aw.

Reageer op dit bericht

Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×