De rol van de rechter op sociale media

Sociale media zijn in de samenleving van nu niet meer weg te denken. 85,9% van de mannen en 84,3% van de vrouwen in Nederland van 12 jaar of ouder maakten er in de afgelopen 3 maanden gebruik van.[1] Wie het nieuws – of de sociale media zelf – een  beetje volgt, heeft door dat ook publieke figuren de kracht van sociale media ontdekken.[2] Ook rechters wagen zich aan de publieke wereld via sites zoals Twitter. Sylvia Taalman was er één van. In 2016 hief ze echter haar account op na op haar vingers te zijn getikt door de President van de rechtbank Overijssel. Bepaalde tweets konden niet door de beugel.[3] Blijkbaar bestaat er een grens aan wat rechters kwijt mogen op sociale media, maar wat zegt het recht hierover?

Belangenafweging
Twee grote belangen spelen een rol wanneer je kijkt naar socialemediagebruik van rechters. Enerzijds heeft de rechter, net als ieder ander individu, recht op publieke uitingsvrijheid zoals vrijheid van meningsuiting, anderzijds bekleedt hij een bijzondere functie in de samenleving. Over dit laatste is veel geregeld, zowel op nationaal als internationaal niveau. Er is een Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en een Wet op de rechterlijke organisatie, maar er zijn ook allerlei nationale en internationale richtlijnen.[4]

Rechters zweren in de ambtseed onder andere dat zij hun ambt ‘met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder aanzien van personen, zal uitoefenen en [zich] in deze uitoefening [zullen] gedragen zoals een goed rechterlijk ambtenaar betaamt.’[5] Zo dient een rechter ook niet ‘de waardigheid van zijn ambt, zijn ambtsbezigheden of zijn ambtsplichten’[6] te verwaarlozen. Natuurlijk klinkt dit allemaal erg mooi, maar het is nogal onduidelijk wat het dan precies inhoudt. Waar ligt de grens?

Reikwijdte van het Europees Verdrag van de rechten van de Mens
Een beetje verduidelijking komt wanneer je kijkt naar de jurisprudentie van het Europees Hof van de Rechten van de Mens over de rechterlijke uitingsvrijheid. [7] Terughoudendheid – heel kort gezegd –  lijkt hier het sleutelwoord. De rechter is een individu dat een beroep kan doen op zijn uitingsvrijheid, maar dit gaat niet in alle gevallen op. Wanneer de waarborgen van het recht op een eerlijk proces in het geding kunnen komen, moet de rechter al helemaal voorzichtig zijn.[8] Hier zijn veel redenen voor, maar het achterliggende belang dat beschermd wordt lijkt het vertrouwen van het publiek in de rechtspraak te zijn.[9] Als de rechter de grenzen opzoekt of die zelfs overschrijdt met zijn uitlatingen, kan hij dit vertrouwen aantasten. Toch hecht het Europees Hof van de Rechten van de Mens ook waarde aan de deelname van de rechter aan het publieke debat. Het is niet de bedoeling de rechter volledig het zwijgen op te leggen.[10]

Toegespitst op sociale media
Een verbod op gebruik van sociale media door rechters zal je in geen enkele wettelijke regeling of richtlijn kunnen vinden. Uit de NVvR-rechterscode blijkt wel dat rechters zich wat betreft hun integriteit moeten realiseren dat het gebruik van sociale media ‘kan leiden tot het leggen van onwenselijke verbanden.’[11] Rechtspraak die specifiek gaat over het socialemediagebruik van rechters bestaat niet. Voorgenoemde uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens speelden zich af rondom de klassieke media.[12] Hieruit kan je de conclusie trekken dat het geldige recht tot nu toe nog niet is overschreden, ook niet in Nederland. Misschien is het onze Nederlandse nuchtere geest, misschien is het iets anders. Duidelijk is in ieder geval dat ook grensgevallen zich bij ons nauwelijks voordoen.

Tot slot
Er is veel gepraat over het recht omtrent de publieke uitingsvrijheid van rechters, maar er is weinig duidelijkheid. De normen zijn vaag en de rechtspraak is casuïstiek. Voor mensen met behoefte aan een conclusie kan ik het volgende zeggen: voor rechters op sociale media is terughoudendheid geboden.

 

[1] https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83429NED/table?dl=13C71. (online bijgewerkt tot en met 31 okt. 2018)

[2] Zie bijvoorbeeld: C. van de Wiel, ‘Hoe Wilders via Twitter de revolutie voorbereidt’, NRC.nl 24 februari 2017.

[3] P. H. Smit, ‘Rechtbank geeft rechter standje om Wilders-tweet, account verwijderd’, Volkskrant.nl 20 december 2016.

[4] Gedragscode Rechtspraak; de NVvR-Rechterscode; Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak; The Bangalore Principles of Judicial Conduct als een gezaghebbende internationale richtlijn omtrent rechters.

[5] Bijlage bij art. 5g lid 1 Wrra.

[6] Art. Art. 46c lid 1 sub a Wrra.

[7] EHRM 14 september 2009, 29492/05 (Kudeshkina vs. Rusland); EHRM 28 oktober 1999, 28396/95 (Wille vs. Liechtenstein); EHRM 8 februari 2001, 47936/99 (Pitkevich vs. Rusland).

[8] Art. 6 EVRM; EHRM 16 september 1999, 29569/95 (Buscemi vs. Italië); P.P.T. Bovend’Eert, C.A.J.M. Kortmann, Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Deventer: Kluwer 2013, p. 39.

[9] S. Dijkstra, ‘De ruimte van de rechter in de relatie rechter-media onder het EVRM’ NJB 2013/198, afl. 4, p. 241.

[10] Zie bijvoorbeeld: EHRM 28 oktober 1999, 28396/95 (Wille vs. Liechtenstein); EHRM 14 september 2009, 29492/05 (Kudeshkina vs. Rusland).

[11] NVvR-Rechterscode, p. 8.

[12] Denk aan televisie, radio en kranten.

Reageer op dit bericht

Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×